[Jacob van de Roer]
ROER (Jacob van de), in het midden der 17e eeuw te Dordrecht geboren, oefende zich in de schilderkunst onder Jan de Baan, en werd, onder diens opzigt, een verdienstelijk portretschilder. Hij begaf zich naar Londen om zijn fortuin te beproeven, doch kon niet opwerken tegen den vermaarden Kneller, die zich echter van zijn penseel bediende, tot het schilderen van zijn kleedij en andere ondergeschikte deelen zijner portretstukken. Hij keerde later naar Dordrecht terug, en overleed aldaar in het gasthuis.
Zie Houbraken; v. Eijnden en van der Willigen; Immerzeel.