[Johannes Rivius]
RIVIUS (Johannes) of Jan van Rivieren, zoon van Gerard en Johanna Bogaers, werd den 11 Julij 1599 te Leuven geboren. Na zijn eerste studien, waarschijnlijk in het collegie der Augustijnen te Leuven voleindigd te hebben, werd hij hoogleeraar in de rhetorica. In 1624 onderwees hij de wijsbegeerte te Leuven en in 1631 werd hij Lector in de Casuistiek te Doornik. Na te Trier de doctorale waardigheid verkregen te hebben, keerde hij naar Leuven terug, waar hij regent en hoogleeraar in de H. Schrift in zijn klooster werd. Omstreeks 1637 werd hij prior van het klooster te Luik, visitator en definitor zijner provintie, eindelijk in 1645 provintiaal. Na het overlijden van Josephus de Bergaigne, bisschop van Kamerijk en 's Bosch, werdt Johannes Rivius, of van der Beeken tot bisschop van 's Bosch benoemd, doch hij stierf zonder dat zijne benoeming ooit eenig gevolg gehad heeft. Sommigen stellen zijn dood in 1664, anderen in 1653, doch hij is, volgens Paquot, 1 Nov. 1665, niet te Leuven, maar te Regensburg gestorven.
Hij gaf in het licht: Poëmata. Antv. 1629 16o.
Zodiacus mysticus, sive Analogia Zonae Augustinianae e Gallico Caroli Moreau, ejusdem ordinis Religiosi. Tornaci 1631 12o.
Panegyricus in Festo. S.P. Augustini dictus Tornaci, 1631 12o.
Diarium obsidionis Lovaniensis ab exercitu Gallico et Batavico, anno 1635 4o.
Epicedium admodum Rev, in Christo patris Cornelii Curtii, Lovan. 1638 4o.
Vita D. Aur. Augustini Hippon. Episc. et Eccl. Doct. exim. ex operibus ejus concinnatae es. Antv. 1646 4o.
Rerum Francicarum decad. quatuor cet. Brux. 165 4o.
Hier. Seripandi, doctrina orandi. Accessit. doctrina creclindi sevi. D. Aurel, August. Hippon, Episc. exposit. symb. Apostolde Lovan. 1661 24o,
Zie Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 552, 553; Foppens, Bibl. Belg. T. II p. 716, 717. Paquot, Mém. T. II p. 169; Hoeufft, Parn. Lat. Belgic. p 144. Peerlkamp, de poëtis Neerl. p 410; van Gils, Kath. Mijer Memorieb. bl. 93, van Gils en Coppens, N. Beschrijv. van 's Bosch d. I bl. 261.