bijwoonde; vervolgens studeerde hij te Utrecht en Leiden in de theologie. In de laatstgenoemde stad kwam hij in Januarij 1689. Zes jaren later werd hij predikant bij de Waalsche gemeente te Veere, van waar hij in 1702 naar Middelburg, en in 1720 naar Amsterdam vertrok. Hij overleed aldaar den 14 Aug. 1742 in den ouderdom van 73 jaren. In 1706 huwde hij Marie Jeanne de Raba is die hem 4 kinderen schonk, waarvan twee zonen en twee dochters.
Hij vervolgde de laatste uitgaaf van den Dictionnaire de Furetière, na den dood van Basnage de Bauval (1710), beginnende met letter E. Het werk verscheen in 1725 in 4 d. in folio; ook bezorgde hij de uitgaaf van een kleine verhandeling van Claude getiteld: l'Examen de soi même, en hij heeft, waarschijnlijk de Prières, aan het eind van dit werkje uit het Engelsch overgezet. In 1731 bezorgde hij eene nieuwe uitgaaf Visites charitables de Mr. Drelincourt. In 1737 gaf hij, op verzoek van den kerkeraad der Waalsche gemeente te Amsterdam in het licht:
Exposition abrégée des dogmes et des préceptes de la Réligion en forme de catechisme. à l'usage de l'Eglise Walonne d'Amsterdam, waarvan de laatste uitg. te Leiden in 1752, 2 p. 1 v. 8 verscheen. Na zijn dood verschenen zijne Sermons sur divers Textes de l'Ecriture Sainte. Amst. 1846.
Zie l'Éloge vóór de Sermons; Bibl. Rais. 1747 Juillet. T. 39, p. 27. suiv.; Ypey, Gesch. d. Chr. kerk in de 18 eeuw, D. VIII, bl. 611, Harderwijk, Predd. te Rott. bl. 614; Glasius, Godgel. Nederl. Cat. de la Bibl. Walonne à Leyde, p. 35, 2e Supplem. p. 49, 3e Supplim p. 79.