[Adolf hendrik Ripperda tot Beurse en Heerjansdam]
RIPPERDA TOT BEURSE EN HEERJANSDAM, (Adolf hendrik), zoon van Pieter Vincent van Ripperda tot Vorden en van Anna van Eerde tot Beurse, werd in de Ridderschap van Zutphen beschreven, afgevaardigd tot de vergadering der Staten-Generaal en wegens deze in 1667 gevolmagtigd tot den vredehandel te Breda. In 1671 werd hij met Paets, Gockinga en van Vierssen door hunne Hoog Mog. naar Overijsel gezonden, om de twisten, die destijds deze provincie schokten, te dempen. Hij was aanhanger van het Huis van Oranje-Nassau, huwde Willemina van Tuyl van Serooskerke en liet ééne dochter na.
Zie Aitzema, Saken van Staet en Ooorlog. D. VI bl. 27, 28, 46, 70. D'Estrades, Lettres et Negoç. T. V. p. 349, Wagenaar, Vad. Hist. D. XIII bl. 265, 266, Scheltema, Staatk. Nederl.; Kobus en de Rivecourt; (over het geslacht) Nav. D. VII bl. 304 enz. D. VIII bl.