[Dr. Simke Heerts Rinkes]
RINKES (Dr. Simke Heerts), jongste zoon van Jan Jans Rinkes en Antje Wielinga, werd den 11 Decem- 1829 op de Joure geboren Van zijne jeugd af voor den predikstoel bestemd, ontving hij eerst onderwijs in de cude talen van den Jourschen predikant J. Wassenaar, die ook aldaar het rectoraat waarnam, en vervolgens sedert 1845 aan het gymnasium te Leeuwarden, van J D. Ankringa, dr. J.G. Ottema en van dr J.C G. Boot, In 1848 verwisselde hij het gymnasium met de akademie te Leiden, waar hij als literator werd ingeschreven en zich geheel aan de litteratuur wijdde. Toen hij candidaat in de letteren was geworden, beantwoordde hij de Utrechtsche prijsvraag (Dissertatio de Crimine Ambitus et de Sodaliciis apud Romanos tempore liberae respublicae. Lugd Bat 1854 8.)
Reeds was hij sedert 28 December 1854 tweede praeceptor aan het Leidsche gymnasium,toen hij op eene Disputatio philologica inauguralis de oratione prima in Catilinam a Cicerone abjudicanda, den 26 September 1856, publiek promoveerde. Deze disputatie gaf aanleiding tot letterkundige gedachtewisseling en pennestrijd, waarvan zijn vroegere leermeester de hoogl. mr. J.C.G. Boot, dr. P. Epkema en de hoogleeraar E.J. Kiehl deel namen
Rinkes werd ook sedert 1855 medewerker aan de Mnemosyne, Tijdschrift voor classieke litteratuur, in 1852 door