[Petrus Rietveld]
RIETVELD (Petrus), den 31 van Hooimaand 1739 te Amsterdam geboren, werd in 1767 van Zwolle te Delft, en in 1781 tot hoogleeraar in de godgeleerdheid te Leiden beroepen, waar hij den 7 Mei zijn ambt aanvaardde met eene Or. de dono diversarum linguarum, in primos Christum profitentes divinitus collato, eoque gravissimo pro veritate religionis christianae argumento. Hij overleed den 22 van Zomermaand 1784. Hij gaf in het licht:
Het einde des gerichts voorgesteld, in eene verhandeling over Habakuk II:3, 4. Delft, 1719, 8o.
Afscheidsreden van Delft over Rom. XVI:25-27, Delft, 1781.
Zie Te Water Narratio, p. 236, Z.p. Symb Lit. Hag. D. II. Fasc. 3, p. 620, 621, 650; Siegenbeek, Gesch der L. Hooges. D. I, bl. 317, 319. Bijl. en Toev. bl. 225; Glasius. Godgel. Nederl.; Kist en Royaards, Kerk. Arch. (eerste serie) 2, IV, bl. 280; D. IX, bl. 491, 497 1; Sepp. Proeve eener Pragm. Gesch. d. Theologg. bl. 67; Braus, Kerk. Reg. bl. 35; Arrenberg, Naaml. bl. 440.