[Zeger Reijers]
REIJERS (Zeger), beroemd architekt, werd in 1790 te Arnhem geboren, waar zijn vader directeur der stadswerken en Mr. metselaar was. Hij ontving het onderwijs van zijn oom, den architect Viervant, en leerde het handteekenen van den kunstschilder H.J. van Amerom, op de teekenakademie van den admiraal van Kinsbergen, wiens bijzondere bescherming hij bestendig mogt genieten. In 1808 benoemde koning Lodewijk hem tot kweekeling in het vak der bouwkunst, en begaf hij zich in hetzelfde jaar met A.S. Pitloo, tot kweekeling in de teekenkunst benoemd, op reis.
Na in Frankrijk, Italie en Duitschland gestudeerd te hebben, kwam hij in Julij 1813 terug, en werd dadelijk aangesteld tot ingenieur civiel van het departement van den Boven-IJssel, en in Augustus 1819 tot stads-bouwmeester te 's Hage. Hij huwde Mina Potken, uit Arnhem, in October 1824 overleden. Hij overlee te 's Hage den 7 Junij 1857.
Zijn voornaamste werken zijn de Oranje kazerne te 's Hage, het Badhuis te Scheveningen door Ch. Onghena in 't koper gebragt, naar eene teekening van P.J. Goetghebuer, bouwmeester te Gent; het schijndoodenhuis en de barriere aan de burgerlijke tegraafplaats bij 's Hage; het wachthuis aan de Koningsbrug; de zalen voor tentoonstellingen van Kunst- en Industrie Werken, waarvoor de regering der residentie hem een gouden medaille schonk. Reijers was lid der Kon. Academie