[Joas Rendorp]
RENDORP (Joas), uit een Amsterdamsch geslacht gesproten, was te Amsterdam een man van aanzien, behoorde tot de Martinisten of Ubiquitisten (zoo noemde men de Lutherschen). Deze moesten zieh tot het houden hunner godsdienstige bijeenkomsten met pakhuizen of burgerwoningen behelpen. Meer dan eens werden hun deze bijeenkomsten verboden, zonder dat zij zich over dit verbod bekreunden. In 1604 ontboden burgemeesteren eenige ouderlingen en diakenen op het stadhuis, en gelastten hen hunne vergaderingen na te laten. Joas Rendorp, was een van dezen, die met nog drie anderen tot antwoord gaf, ‘dat zij hunne vergaderingen niet konden en ook niet zouden nalaten.’ Dat ter kennisse van de vroedschap gebragt zijnde, werd Rendorp en de zijnen andermaal ontboden en hem aangekondigd, dat, indien zij bij hun voorgaand antwoord volhardden, zij voor zonnenondergang de stad zouden hebben te verlaten. Het gevolg hiervan wordt niet gemeld.
Zie Wagenaar, Bes. v. Amst. D. bl,; Domela Nieuwenhuis, Ges. d. Amst. Luth. Gem. bl. 46; Kok.