[A.C. Remy]
REMY (A.C.), werd in 1805 in W. Indie op het Werkmaneiland aan de rivier Essequebo geboren en genoot zijne eerste opleiding op de lagere en middelbare scholen te Emmerik en Kleef. Vervolgens ontving hij het onderwijs van Lenting en Camper te Utrecht. Vertrok van daar naar Utrecht, van plan om zich op de godgeleerdheid toe te leggen, doch hij werd door omstandigheden verpligt de letteren te kiezen, waarop hij zich dan ook onder van Heusde en Goudoever toelegden, terwijl hij tot uitspanning de poëzy, muzijk en uiterlijke welsprekendheid beoefende. Na een verblijf van 6 jaren verliet hij de Hoogeschool, trad eerst als gouverneur in Gelderland en in 1830 als rector der Lat. Hoogeschool te Zevenaar op. Hier rigtte hij uit eigen middelen een gymnasium op, daar hij twee jaren aan werkzaam was geweest toen hij de roepstem des konings meende te moeten volgen en de wapenen tegen de Belgen op te vatten. Hij deed afstand van zijn post en begaf zich naar Utrecht onder de vrijwillige jagers, om weldra te worden bedankt. Sedert leidde hij een ambteloos leven, tot dat hij zich in 1835 aan 't Instituut van Klein te Utrecht verbond. Hij overleed in 1837.
Zijne dissert, de Arato Sicyonio getuigde van zijne ervarenheid in de oude letterkunde.
Zie Kobus en de Rivecourt.