[Eilert of Elardus Reinalda]
REINALDA (Eilert of Elardus), zoon van Auke Reinalda was in 1584 op den landdag te Franeker tegenwoordig en teekende aldaar de laatste afzwering van Philips II. In 1585 lid van het collegie van gedeputeerde geworden, nam hij een werkzaam deel aan de oprigting der Franeker Akademie, en woonde, als daartoe gecommitteerd, hare inwijding bij. In 1587 of 1588 werd hij aldaar hoogleeraar in de Latijnsche letterkunde en welsprekendheid, welke waardigheid hij in 1591 verwisselde met die van Grietman van Doniawarstal. Vervolgens werden hem de gewigtigste staatscommissiën opgedragen, onder anderen die van lid van de Staten-Generaal. Hij was sinds 1604 ook curator van bovengemelde akademie, en nam, na het bedanken van zijnen ambtgenoot Cammingha en het overlijden van Hopperus, dien post alleen waar met Kempo van Donia. Hij woonde te Langeweer en huwde 1. met N.N., bij welke hij kinderen had; 2. met Saek, dochter Sake van Rinia, Grietman van Westdongeradeel, en weduwe van Gale Hania, die hem geen kinderen schonk. Hij overleed den 27 October 1610.
Zie Vriemoet, Ath. Fris., p. xxxvi en 68; Scheltema, Staatk. Nederl., D. II, bl. 232; Charterb. D. IV, bl. 522, 711; v. Sminia, N. Naaml. van Grietm., bl. 347; Winsemius, Chron., bl. 748-750; Gellius Snecanus, Dedic. Meth. Descript. praecip. dogm. S. Script., p. 448; L. Adama, Orat. in ob. H. Schotani, Dedic.