[Caspar de Rees]
REES (Caspar de), of Caspar Frans de Rees, werd omstreeks 1690 te Roermonde geboren, trad in 1708 in de orde der predikheeren en stond langen tijd aan 't hoofd der scholen te Mechelen. Dit belette hem niet zich verder te oefenen in de geleerde talen, wiskunde en theologie. Toen hij de bulle Vineam Domini et Unigenitus weigerde te teekenen, week hij naar Holland, waar hij eenige aanzienlijke jongelingen onderwees en nu en dan eenige pastoors in hun werk behulpzaam was. Hij maakte naam door eenige theologische werkjes en dichtstukken, maar vooral door zijn rekenboek getiteld:
Een algemeynen regel, waerdoor alle regels der Rekenkonst enz. uitgewerckt worden, 's Hage, 1737, Gend, 1788, ook in het Fr. Règle Gén. d'Arithm., Ouvrage traduit du flamand de K.F. de Rees, la Haye, 1737, 12o. Het werd spoedig in het Hgd. overgezet, zijn regel raakte bekend onder den naam van die berühmte Reezische Regel, en vond in Schmid en Willich geleerden, die hem verklaarden, terwijl men de Rees ook houdt voor den uitvinder van den regel, om de wissel-arbitrage uit te rekenen.
Er moet nog van hem bestaan Eene verlichte Rekenkonst, waar en wanneer uitgegeven is onbekend. Hij leefde nog in 1740. Hij gaf nog in het licht:
Cento Virg. in solemni inauguratione Caroli Sexti Imperat. semper Augusti, Hispaniarum et Jndiarum Regis tertû etc. Mechlinae xv Kalendas Novemb. ciƆ. iƆcc. xvii, dedicatus florent. nobilissimique Collegii Scholae publicae Mechl., sub moderamine RR. Presbyterorum Orat. D.J., alumnis, Antv. 1717, 4o.
Doctissimo Domino Henrico van Gameren, concursu ex collegio Castrensi primo, pridie idus Novemb. Lovan. proclamato, Schola publica Mechl., sub moderamine RR. Presbyterorum Orat. D.J., suo semper alumno. Antv. 1719, 4o.
Zie Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 312; Foppens, Bibl. Belg. T. II. p. 717; Paquot, Mém. T, II. p. 62; Sweertii Chron. Orat. p. 182; Kobus en de Rivecourt; Konst- en Lett. 1852. Nav. D. X. bl. 4, 88, 264.