[Leopold Casimir, graaf van Rechteren]
RECHTEREN (Leopold Casimir, graaf van), jongsten zoon van Adolf Henrik, en van Jophia Juliana, gravin van Castell van Rüdenhausen, werd den 12 Maart 1717 geboren en schijnt zich naar het voorbeeld van zeven broeders zijns vaders, reeds vroeg aan den krijgsdienst te hebben toegewijd. Van zijn eerste levensjaren is niets bekend, alleen weten wij dat hij in 1744 als Heer van Collendoorn, eene havesathe in het ambt Hardenbergh als lid van de ridderschap van Overijssel verschreven is. In 1747 ontmoeten wij hem in de vesting Bergen-op-Zoom, als kolonel van het regiment, dat zich, na de overrompeling der stad en den aftogt der bezetting, nog een geruimen tijd in de hun ter verdediging toevertrouwde stelling wist te handhaven. Van alle zijden ingesloten en zich overtuigd hebbende, dat alles verloren was, moest zich de dappere kolonel aan de wet van den sterksten onderwerpen. De verbolgenheid van Löwenthal, dat men troepen, die zich zoo hardnekkig hadden betoond, nog het leven had geschonken, was eene lofspraak op deze dapperen. Weinige jaren later was hij luitenant-generaal der infanterie en commandant van de vesting Hulst, in welke betrekking hij in 1770 overleed. Uit zijn huwelijk met eene gravin von Erbach-Schönberg, zijn geene kinderen gesproten. Hij was de oudoom van Jacob Hendrik, graaf van Rechteren, in der tijd gouverneur van Overijssel, en later lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zie Ned. Jaarb. Oct. 1747. bl. 791; Bosscha, Ned. Held. te Land, D. II. bl. 650; Overijss. Volks-Alm. 1854. bl. 273-275. Bosscha, Neêrl. Held. te Land, D. II. bl. 650; Bijv. en Verb. bl. 32 en volgg.