meerdere gebruik van bier dan in onze dagen, veel meer lijders waren dan tegenwoordig, gelijk daarentegen, de thans zoo talrijke zenuwziekten toen minder algemeen schijnen te zijn geweest. Rau had gelegenheid de ruwe behandeling van zekeren Franschen monnik, Frère Jaques (Frater Jacobus de Beaulieu), die zich te Amsterdam op die hoogst gevaarlijke bewerking toelegde, op te merken. Hij toonde het gebrekkige daarvan aan, vervaardigde een verbeterd werktuig, en werd daarop met den post van operateur van den steen bekleed, die te voren van de heelkunde afgezonderd was. Hij was gelukkig genoeg, niet minder dan 1600 menschen van die pijnlijke kwaal te genezen. Ongelukkig echter was hem het toen nog zoo veelvuldig zwak eigen, zijne geneeswijze geheim te houden, waardoor zoo vele lijders van de weldaad verstoken werden, die eene opentlijke bekendmaking hem zou hebben verschaft. Echter ging de ontdekking niet geheel verloren, maar werd in Holland door J. Denys, chirurgijn en vroedmeester te Leyden, en in Duitschland door Heister het eerste gevolgd. Zijn roem als ontleedkundige gaf curatoren der Leydsche hoogeschool in 1705 aanleiding om hem tot het houden van anatomische demonstratiën op de daartoe ingerigte schouwplaats uit te noodigen, 't welk hij met algemeene toejuiching deed. In 1713 werd hem de opengevallen post van hoogleeraar in de ontleeden heelkunde aangeboden, welk ambt hij op den 26 van Herfstmaand aanvaardde met het houden eener Oratio de methodo Anatomen docendi et discendi. In 1718 legde hij de rectorale waardigheid neder met eene Oratio de inventoribus et usu vasa replendi. Hij overleed echter reeds den 18 van Herfstmaand 1719, ten gevolge eener meer en meer verergerde ongesteldheid, die hem reeds een geruimen tijd te voren, in de vervulling zijner ambtsverrigtingen merkelijk belemmerd had. Hij
vermaakte aan de hoogeschool zijne verzameling van voorwerpen, de ontleedkunde betreffende. Hij is door Albinus en Sandifort geprezen. Zijn beeldtenis bestaat. Hij gaf in het licht:
Epistola de inventoribus septi scroti ad F. Ruyschium, Amst. 1699, 1721, 4o.
Responsio ad defensionem F. Ruyschii pro septo scroti, Leyden, 1713, Amst. 1721, 4o.
Observ. Chir. de calculo renum vesicae, urethrae, lithotomia. In quibus Lithotomiae methodum J.J. Rau, L.B. 1731, met platen, uitg. door J. Denys, Leyd. Ordin. Chir. lithotom. obstreticandi artem exercens et coram obstreticibus praelegens.
Fabulae mytologicae, door D. Valentini uitgegeven, en bij zijn Amphitheatrum Zoolimicum gevoegd.
Zie J. Denys, Heelk. Aanm. over den Steen der Nieren, Blaaze