[Friedrich Ragstat van of á Weile]
RAGSTAT VAN of á WEILE (Friedrich), een Duitsch Rabbyn van Metz, werd christen, liet zich in 1671 te Kleef door de gereformeerden doopen en ontving den naam van Frederik, naar den keurvorst van Brandenburg, werd predikant te Spyk bij Gorkum, en doopte in 1686 een Portugeeschen jood, die overtuigd werd door zijn Theatrum. Hij gaat in portret uit. 4o.
Hij schreef:
Theatrum lucidum, exhibens verum Messiam, Dominum nostrum Jesum Christum, ejusque honorem defendens contra accusationes Judaeorum in genere, speciatim Rabbi Lipman Nizichon, Amst. 1672; in 't Ned. De Heerlykheid Jesu Christi, Amst. 1683. 8o. verm. 1684, 8o.
Wangestalte van 't Hedendaagsche Jodendom, Dordr. 1698.
Gedoopten en Besneeden Christen, Leyden, 1673, 8o.
Jesus de Waare God, verhandelt in 3 Predicatien, Amst. 1682, 8o.
De Gelukzalige Staat des Nieuwen Testaments, Amsterd. 1730, 8o.
Klaar Vertoog dat Jesus is de Christus, 's Hage, 1731, 8o.
Noachs Prophetie, Amst. 1685, 8o.
Over het Genade Verbond, Amst. 1683, met pl.
Borstwapen des Geloofs, Amst. 1689, 8o.
Jezus Nazarenus Sions Koning, Leyd. 1697, 8o.
Staat der Kerke, Amst. 1730, 8o.
Zie Bayle in voce Ragstat de Weile; Koenen, Ges. der Jod. bl. 269; Jöcher; Abcoude, Naamr. bl. bl. 403.