[Anna Radaeus]
RADAEUS (Anna), dochter van Johan Pieter Rethaan, raad eu pensionaris der stad Tholen, en Margaretha Everaarts, werd den 6 Jan. 1684 te Middelburg (volgens anderen in 1683 te Tholen) geboren, huwde in 1706 met Johannes Radaeus, kiesheer der stad Middelburg en griffier van den raad ter admiraliteit van Zeeland. Zij werd, na eene twaalfjarige echtverbintenis, weduwe, overleed den 30 October 1729, en liet 5 zonen en 4 dochters na. De laatste vijf jaren van haar leven wijdde zij aan de beoefening der dichtkunst. Hare dichtstukken, meest van stichtelijken inhoud en eenvoudig van stijl, zijn in 1730, in gr. 8o. te Middelburg door Pieter Boddaert uitgegeven, onder den titel:
Nagelatene Gedichten van Vrouwe Anna Rethaan en van Juffrouwe Anna Maria Vincentius.
Boddaert vervaardigde een grafschrift op haar, en hare dochter een bijschrift op haar afbeeldsel.
Zie de la Rue, Gel. Zeel. bl. 85; Witsen Geysbeek, B.A.C. Woord. D. V. bl. 149; van der Aa, N.B.A.C. Woord. D. III. bl. 61; Boddaert, Voorr. voor de Nagel. Ged. van A.R.; Panp. Bat. bl. 144; Boekz. der Gel. Wer. 1731. a. bl. 541.