[Theodorus Pijbes de Adama]
PIJBES DE ADAMA (Theodorus), afstammeling eener aanzienlijke familie te Roermond, studeerde te Leuven in de philosophie, te Rome in de godgeleerdheid, en werd na een zevenjarig verblijf in het Duitsch collegie, doctor in de laatste. In zijn vaderland weêrgekeerd, onderwees hij eenige jaren de godgeleerdheid aan de Reguliere kanunniken van Sonnebeeck, in de parochie van Iperen, waarin een zijner broeders monnik was. Vervolgens werd hij pastoor te Duinkerken, doch zijne neiging tot een strengere levenswijs bewoog hem zich in de orde der Cisterciensen te begeven. Hij werd monnik in het klooster Des Dunes bij Brugge. In 1629 schonk hem de koning de priory van Waerschot bij Gent. Slechts kort had hij er genot van, daar hij den 5den November 1632 overleed. Hij gaf in het licht:
De admirandâ pariter et miraculosâ primâ Inventione beati Idesbaldi, quinti Abbatis monasterii B. Mariae de Dunis in Flandria et a recepto ibidem ordine Cisterciensi tertii. Brugis, 1624. 4o.
Ook liet hij verschillende handschriften na, die zoo te Dunes als te Sonnebeeck bewaard werden:
Zie De Visch, Biblioth. Cisterc., p. 305; Paquot, Mém., T. I, p. 167.