miae Lugduno-Batavae anno elapso contigerunt. In 1826 verkreeg hij wegens zijn hoogen ouderdom, zijn emeritaat. Hij leefde tot den 14 Junij 1834, toen hij door den dood aan de wetenschap ontrukt werd. Hij was Ridder van de orde van den Nederlandschen Leeuw, lijfarts des Konings, en lid consultant van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam, enz.
In zijn jeugd vertaalde du Pui het werk van Pott Over de verlamming der onderste ledematen, verrijkt met Waarnemingen over de versterving van teenen en voeten. Leiden, 1779. 8o.
Ook schreef hij over dit onderwerp eenige Aanmerkingen in Genees-, Heel-, Artsenij- en Vroedkundig Magazijn te Rotterdam. 1783, benevens Waarnemingen over het bevestigde gebruik van het Heulsap in eene versterving van teenen en voeten. Voorts heeft men van hem eene Verhandeling over de wijze van steensnijden van den Heer Mercau, met deszelfs beoordeeling en verbetering enz., in Verhandelingen van het Prov. Utrechtsch Genootsch. van Kunsten en Wetenschappen, 2 Dl. 1784; Antwoord aan J. van Breda over eene verstopte dijebreuk, bij eene zwangere vrouw, in het laatste tijdperk van haar dragt, wanneer er zich reeds eenige baringsweeën vertoonden, in Werken van het Zeeuwsch Genootsch. 1786. D. XIII, bl. 304; Uitneming van het kniegewricht tot stuiting van een aanwezig beenbederf, in Algem. Kunst- en Letterb. 1810, D. I, bl. 149; Verhandeling over de ontbinding van de verduisterde lens crystallina en het waterachtig vocht van ons oog, en de voordeelen, welke daardoor verkregen worden in de bewerkinge van de herstellingen van het gezicht, in Verh. v.d. Holl. Maatsch. v. Wetensch. te Haarlem, 1810, D. I, bl. 149; en eenige andere Verhandelingen in de werken van onderscheidene Maatschappijen en tijdschriften geplaatst, alle opgenoemd, achter de oratie van den Hoogl. J.C. Broers: de Puteano, Chir. et Obstr. Doctore et Professore, in de Annales Lugd. 1835.
Zie verder Te Water, Narratio, p. 241, 242; Siegenbeek, Geschied. d. Leidsche Hooges., D. I, bl. 348, 367, 446; D. II, bl. 114; T. en B., bl. 234, 235; G.C.R. Suringar, Praktisch-verloskundig onderwijs van M.S du Pui enz. in Nederl. Tijdschrift voor Geneeskunde, Jaarg. 1869; Holtrop, Konst- en Letterb., 1834, D. I, bl. 435; Bibl. Med. et chir., p. 283; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt; Verwoert; Muller, Cat. v. Portr.