9 dln. 4o., bevattende 900 afbeeldingen door C. Pronk, Abraham de Haen en Jan de Beijer geteekend en door Henricus Spilman in het koper gebragt.
Pronk en Schouman Een en twintig gezigten der stemmende steden van Zeeland en derzelver voorname gebouwen.
Hij maakte deze afbeeldingen meestal op voetreizen, en wel in gezelschap van kunstvrienden als Andries Schoemaker en anderen, waarvan Kramm dagverhalen bezit. Onder de door hem vervaardigde portretten munt o.a. dat van den geschiedschrijver Simon van Eikelenberg. 4o. Kramm geeft een breedvoerig berigt nopens zijne afbeeldingen, waarvan ook Muller een lijst geeft. Zijn leerling en vriend was Abraham de Haen, die menig dichtstuk ter zijner eere vervaardigde. Ook tokkelde hij zelf nu en dan de lier, blijkens zijn rijmregelen op Hoorns Buitensingels. Den 29sten September 1759 was zijn sterfdag te Amsterdam.
Zie van Eijnden en van der Willigen; Immerzeel; Kramm; Nieuwenhuis; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. v. Portr.; de Haen, Herderszangen en Mengeldichten, 1751 in 8o., bl. 377; Wagenaar, Amst., XI, bl. 233; van der Aa, N.B.A.C.W.