[Bonifacius Matthias Pous]
POUS (Bonifacius Matthias), zoon van Mr. Pieter Pous, Schepen en Raad van Middelburg, in 1748 gelicentiëerd en van Sara Catharina Matthias, werd in 1744 te Middelburg geboren; kwam in 1765 eerst in de regering zijner geboortestad, klom tot de waardigheid van burgemeester op, bekleedde verscheidene gewigtige stads- en staats-commissiën, ook buiten Zeeland, en werd in 1786 benevens afgevaardigden uit de andere gewesten, tot de herziening der quata's benoemd. In 1787 werd hij van al zijne bedieningen ontslagen, doch in 1795 op nieuw geroepen ter bezorging van de belangen van zijn vaderland. Hij was destijds een voornaam lid van de vergadering der Staten-Generaal en een der gevolmagtigden tot den handel met de afgezondenen leden van het Fransche gouvernement en sloot met deze den 16den Mei het tractaat van alliantie. Vervolgens gaf hij blijken van zijne bekwaamheid en welsprekendheid bij de daarstelling eener Nationale vergadering. In 1796 werd hij gekozen tot lid van het committé tot de O.I. zaken. Ligchamelijke ongesteldheid belette hem zitting te nemen in de Nationale vergadering, waartoe hij als lid der commissie van constitutie was opgeroepen. Na vruchteloos de baden te Aken gebruikt te hebben, overleed hij in 1797 te Breda.
Hij huwde 1) Johanna Catharina de Bevere; 2) Anna Maria Steengracht, en liet kinderen na. Zijn portret komt voor in het vervolg op Wagenaar.
Zie Scheltema, Staatk. Ned.