[Pieter Potter]
POTTER (Pieter), zoon van Pieter Simonsz., beoefende te Enkhuizen, volgens Houbraken te Alkmaar de schilderkunst, vervolgens te Amsterdam, waar hij het burgerregt kocht (4 Oct. 1631) en in 1692 (?) stierf. Kramm echter betwijfelt de echtheid van dit laatste jaartal, en gist dat de sterfdag van den zoon (ook Pieter) voor dien van den vader is genomen. Hij schilderde landschappen, meestal met historische onderwerpen, zoo als in de vier elementen, een ruim gebouw waarin een krijgsman, zijne vrouw en bedienden toebereidselen maken tot verhuizen. Ook was hij een goed graveur, blijkkens de vier Jaargetijden, in fo plano. Hercules door de deugd den waren weg des levens aangewezen; de groote Cavalcade, bij gelegenheid der Blijde inkomste van H.M. van Groot-Brittannien te Amsterdam, den 20sten Mei 1643 te Amsterdam, in 3 bladen, schoon en geestig bewerkt Een Binnenhuis met acht vrolijke boeren en boerinnen, in den stijl van A. van Ostade is door Cloem de Jonghe naar hem gegraveerd. Kramm gist dat er veel werk van Dirk Raphaeisz. Camphuysen, zijn leerling, voor het zijne doorgaat.
Zie Immerzeel, Kramm, S. Corten, Beschrijv. d. Inkomste