Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15

[Hebelius Potter]

POTTER (Hebelius), te Dokkum geboren, studeerde te Franeker, en werd predikant te Peins. In 1803 werd hij predikant aan de Kaap de Goede Hoop; doch de oorlog vertraagde zijn vertrek, zoodat hij eerst in 1805, en wel zonder zijn gezin, de reis aanvaardde. Omstreeks St. Helena werd het schip, waarop hij zich bevond, door een Engelsch schip genomen, vervolgens in een zeegevecht met de Franschen gewikkeld en viel eindelijk, daar het het kanaal wegens tegenwind niet kon binnenloopen, in October 1805 te Plymouth binnen. Na een verblijf aldaar van ruim een maand vertrok Potter naar Londen, waar hij zich wendde tot Ds. Werninck. predikant der Hollandsche kerk, door wien hij vriendelijk werd ontvangen en geholpen. In het begin van 1806 ging Werninck naar Holland, waar hij tot het laatst van Maart bleef, gedurende welken tijd Potter den dienst in de Hollandsche kerk te Londen waarnam. In het volgende jaar keerde hij naar het vaderland terug, en vestigde zich te

[p. 446]

Dokkum. Den 2^den September 1807, den verjaardag van koning Lodewijk, werd hij hulpprediker te Amsterdam. In het volgende jaar predikte hij op beroep te Norden, doch zonder gevolg. In 1810 werd hij als predikant te Hanau beroepen en van daar in 1817 te Soerabaya, waar hij den 10^den April 1824 overleed. Er is van hem eene silhouette.

Hij gaf in het licht:

Lotgevallen en Ontmoetingen op eene mislukte reize naar de Kaap de Goede Hoop in 1804 tot 1806, in brieven aan een vriend. Met platen. Haarl., 1806. 4 dln.

Wandelingen en kleine Reizen door sommige gedeelten van het vaderland, als: in Friesland, naar het eiland Schiermonnikoog, in Groningen, in de Friesche Zevenwouden en het landschap Drenthe, door Amsterdam, en van daar naar Muiderberg en het Gooiland, enz. Haarl., 1808. 2 dln.

Reize door de oude en nieuwe oostelijke Departementen van het koningrijk Holland, en het Hertogdom Oldenburg, gedaan in den jare 1808. Haarl. 1808. Met een kaart en pl. 2 dln.

Reizen door een groot gedeelte van Zuid-Holland, gedaan in de jaren 1807 en 1808. Amst. 1809. Met platen.

Reize van Amsterdam naar Hanau, door een groot gedeelte van Duitschland, gedaan in den jare 1810. Amst., 1810. Met platen.

Wandelingen en kleine Reizen in den omtrek van Hanau, Frankfort en andere voorname gedeelten van Duitschland. Amst., 1811.

Lotgevallen op eene reis van Friesland door Westfalen en het Waldeksche naar Hanau, in Sept. 1813. Amst., 1816.

Vruchten der eenzaamheid. Gron., 1819 en volgg. 4 stukken, waarin o.a. Reizen door de Wetterau en langs den Lahnstroom, Verhaal van het voorgevallene in en bij Hanau, in de maanden October en November 1813. Amst., 1814.

Een winter in Londen, door T.S. Surr, vert. door H. Potter. 3 dln. Met platen en vignetten. 1810.

Zestal Leerredenen, uitgesproken in de Nederduitsche kerk te Londen. Haarl., 1808.

Het godsdienstig vieren van onzen geboortedag, de schuldige pligt van elken Christen, voorgesteld aan Amsterdams Gereformeerde Gemeente, in de Eilandskerk, ten plegtigen verjaardage van Lodewijk Napoleon, koning van Holland, op den 2^den Sept. 1807. Amst., 1807.

Lijkrede op L.H. Schippers Paal, S.S.Th. Dr. Gehouden den 1^sten Maart 1806, in de Nederduitsche kerk te Londen. Londen, 1806.

Zie Kunst- en Letterb. 1824, D. II, bl. 273; Aanh. op Nieuwenhuis Alg. Woordenb.; Bekn. Biogr. Handwoordenb. van Nederl. bl. 568; Kobus en de Rivecourt; Glasius, Godgel. Nederl. D. III, bl. 119; Nav. D. VI, bl. 44, 209, 375.