kon hij dan ook met de noodige bekwaamheden toegerust de academie verlaten. In 1813 gekozen tot hulpprediker te Waaxens, werd hij twee jaren later tot predikant van Waaxens en Brantgum beroepen. Tot aan zijn dood bleef hij die betrekking bekleeden, Ofschoon somwijlen miskend wegens zijne vrijzinnige denkbeelden, werd hij echter door verreweg de meesten hooggeacht en bemind. De gemeente bezat in hem een eerlijken en oprechten voorganger, die zonder aanzien des persoons handelde, en de geringere klasse, onverschillig van welke godsdienstige gezindte, een steun en helper in den nood. Groot en veelzijdig waren zijne talenten, die door onderscheidene geleerde genootschappen werden gehuldigd, zoowel in het binnen- als buitenland. Daarbij was hij rusteloos werkzaam, waarvan het groot getal der door hem uitgegeven werken en bijdragen in tijdschriften over godgeleerdheid, staatkunde, staathuishoudkunde, letterkunde, geschiedkunde, schoolwezen enz., ten bewijze kan strekken. Hij was tevens een warm beoefenaar der Friesche taal; waarin hij drie tooneel- en blijspelen van Shakespeare heeft overgezet, terwijl hij, nog op het laatst van zijn leven eene vertaling van diens Tempest voor de pers had gereed gemaakt. Hij overleed den 29sten November 1859.
Hij gaf in het licht:
De Keapman fen Venetien in Julius Cesar, twa Tooneelstikken fen W. Shakespeare, uut it Ingels foarfrieske. Grinz 1829, 8o.
Prieuwcke fen Friesche Rymmelerye Grinz. 1824, 8o.
In Jouwerkoerke fol frysk griemank, ree makke in de Friesen oonbean. Grinz 1836. 8o.
Jhr. Mr. M. Hettema en R. Posthumus, onze Reis naar Sagelterland, benevens deszelfs geschiedenis, eene beschrijving van den aard, de zeden, de gewoonten enz. van deszelfs bewoners en eene korte schets en woordenlijst van hunne taal; met eene kaart en (gekl.) pl. Fran. 1836, 8o.
Eenige Aanmerkingen over de dubbelde en enkelde Klinkerspelling in de Ned. Taal, in een brief aan Jhr. Mr. de Haan Hettema. Dockum 1839, kl. 8o. Het Antwoord van Mr. M. de Haan Hettema verscheen terzelfde plaats.
As jiemme it lye meie, in Blijspul, uut it Ingels fen W. Shakspeare, forfryske in mei orkleerjende noten forsjoen. Dockum 1842, kl. 8o.
Onder het beste werk van Posthumus behoort gewi de Friesche Woordenlijsten, welke hij met Nederlandsche verklaringen in de Vrije Fries heeft geplaatst. Posthumus was lid van 't Friesch Genootschap en der Maatsch. v. Ned. Letterk.
Zie Levensberigt van R.P. door Halbertsma, in Hand der