n.h. Hoogd. Amst., 1789, gr, 8o. Frederika Weisz en hare dochters, uit het Hgd., Amsterd., 1806 en eindelijk Ontwaakte Zanglust, 's Hage, 1807. In 1810 liet zij voor hare vrienden drukken: Ter gedachtenis van mijnen waardigen broeder H, H. Post, in 1809 te Demerari overleden. Deze was de man dien zij vroeger in haren Reinhart geschetst heeft, Zij overleed te Epe, in 1812 in den ouderdom van 57 jaren. Haar portret is door Vinkeles gegraveerd.
Zie Siegenbeek, Bekn. Geschied. d. Ned. Letterk., bl. 275; van Kampen, Bekn. Geschied. d. Ned. Letteren, D. II, bl. 433) Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. Cerit. Woordenb., D. V, bl. 28 volgg.; Collot d'Escury, Holl. Roem. D. IV, (1) bl. 95-98; Vaderl. Letteroef., 1794, bl. 603-605: Muller, Cat. v. Portr.; Gebrs. van Kleef, Alph. Naaml., bl. 476; Navorscher, D. VI, bl. 309; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt.