gemelde Analecta Matthaeana in 4o, voorts waren 2 onuitgegeven brieven van P. Seriverius van den jare 1620 in de collectie van Jacobus Koning, waarvan een verkocht is aan Ds. J.J. van Voorst. In de eerste verzameling, die van den jare 1695 gaf de uitgever mede de antwoorden dier geleerden op vele brieven van P. aan hem gerigt, in het licht. Behalve deze vindt men nog brieven van P. in het 2e D. der nieuwste uitgaaf der Analecta van Matthaeus, p. 365, (seqq.) Brieven aan hem van P. Scriverius, vindt men in D. I, bl. 355 volgg., en in het Archief van Kist en Royaards, D. IV, bl. 181 volgg., en in 194 volgg. Zie ook Baudii, Epp. (ed. Amst. 1662) cent. III, ep. 97. C. Barlaei, Epistt. (Amst. 1667 2 part.), p. 290, 401, 435, 742. Hij stond ook met voorname staatsleden in betrekking. Zie v.d. Capellen, Gedenksch. D. I, bl. 377. Zijn album amicorum is in bezit van Mr. van Dam van Noordeloos te Rotterdam en gaf Mr. Bodel Nyenhuis aanleiding tot het schrijven eener verhandeling van Pontanus.
Zie Saxe, Onom,, T. IV, p. 139; Anal., p. 578: Val. Andreas, Bibl. Belg.; Foppens, Bibl. Belg., T. II, p. 670, 671; Crenii, Animad. Phil. P. VIII, p. 177; P. IX, p. 15, 82, 83, 99; P. XI, p. 180; P. XII, p. 103; P. XVI, p. 270; P. XVII, p. 2, 3; Pars, Index. Batav., p. 144, 149; Tob. Magyri, Eponym., b.i.v.; Gottl. Krantzius, ad. Conringium, Saec, XVII, C. V, p. 223; Duckerus, Praef. ad Florum.; Cat. Bibl. Bunav., T. I, Vol. II, p. 1527; Vriemoet, Ath. Fris., p. 100, 126; P. Cunaei, Epp., 138; Vita et obitus J.I. Pontani - cum adjunctis XV epiuediis ab amicis in obitum ejus conscriptis in E.J. de Westphalen, Monumenta inedita rerum Germanicarum praecipue Cimbricarum et Megapolensium. (Lips. 1739, 4 vòl., T. II, Praef., p. 48-52; Bartholinus, de Scriptis. Danorum, i.v.; G.J. Vossius, Epist. 117, (p. 218); Syll. Matthaei, 1740; Borrechii, de poëtis. p. 50; P. Burmanni, Syll. Epist., T. II, p. 523; Petr. Scriverii, Opera Anecd., p. 252 sq.; Jani Dousae, Poëm.; Heinsii, Poëm.; Baudii, Poëm.; J. Bodicheri,
Baningii, Poëm., p. 180; M.Z. Boxhornii, Poëm. Zie verder: Adoptivi amicorum Versus seu liber carminum adoptivus achter Pont, Poëm.; Ampzing, Beschrijv. van Haarlem, (1628), bl. 116; Vonck. op Huygen's Beschrijving der stad Doesburg, (1753) voorr.; G. Outhof, Levensbeschrijv. van beroemde en Geleerde Mannen met hedend. sterfgevallen enz., St. III, No. 5, bl. 603; Collot d'Escury, Holl. roem, D. IV, p. 234 aanteek.; van Kampen. Beknopte geschied. d. Nederl. Letterk. en Wetensch. D. I, bl. 149, 250; D. III, bl. 78; de Windt, Bibl. v. Ned. Geschiedschr., bl. 434 volgg.; Wagenaar, Beschrijv. v. Amsterd. voorr-, bl. II en VI; van Hasselt. Chronijk van Arnhem, bl. 280; van Spaen, Oordeelk. Inleid. D. I, bl. 30; D. II, bl. 13; Levensbijzonderheden van den Nederl. Geschiedschr. J.I. Pontanus, door Mr. I.T. Bodel Nijenhuis in A. Nijhoff, Bijdragen voor Vaderl. Geschiedenis en Oudheidkunde. D. II, St. 2, (voornamste bron over P.); Dezelfde, Topogr. lijst van plaatsb., Burman, Geschied. d. Geld. Hooges., D. I, bl. 24, 37, 40, 108; D. II, bl. 604, 605, 622, 642 Kist en Royaards Kerk. Archief, (eerste serie) D. IV. bl. 124, 132, 178, 181, 183, 185, 194; (tweede serie) D. V, bl. 157; D. VIII, bl. 434; Kok;
Hoogstraten; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. v. Portr.; Cat. Em., T. III, p. 501; T. IV, p. 378; Meerman, Cat. T. II, p 77; Hoeufft, Cat., p. 217; J. Koning, Cat., D. I, bl. 88; van Voorst