Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15
(1872)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Mr. Rogier Gerard van Polanen]POLANEN (Mr. Rogier Gerard van), geboren kort na het midden der 18de eeuw, benoemd raad van Nederlandsch-Indië. In het Christian Register, een Noord-Amerikaansch blad, dat te Boston wordt uitgegeven, vindt men een belangrijk berigt omtrent het leven van Mr. R.G. van Polanen. Als een blijk, hoezeer deze onze landgenoot in Noord-Amerika, daar hij dertig jaren had gewoond, bekend en bemind was, wordt hier het een en ander uit bovengemeld berigt medegedeeld: ‘Weinige menschen hebben meer van de wereld gezien dan de heer van Polanen, en weinige hebben meer wijsheid verzameld door eene langdurige en oordeelkundige beschouwing der menschen en zeden. Hoezeer hij eenigszins tot de aristokratie overhelde, als zijnde uit eene der oudste adelijke hollandsche familiën geboren, was dit zijn vooroordeel evenwel getemperd door zijne christelijke beginselen, en door een hart, dat alles, wat den naam van mensch droeg, beminde. In zijne zeden en omgang was niets, wat eenigzins dien geboortetrots verraadde, welke het bewustzijn van eene hoogere afkomst zoo dikwijls doet ontstaan. Hij was lang een bekwaam en getrouw dienaar van zijn vaderland, en zoo vurig was zijne liefde voor den geboortegrond, dat hij altijd zoude bereid geweest zijn, zijn leven voor deszelfs welzijn opteofferen. Het was niet dan na eenen langen strijd met zijne neiging, dat hij, toen hij voor weinige jaren, in den ouderdom van 74 jaren, door zijnen koning tot lid van den raad in de Oost was benoemd, voor dezen post bedankteGa naar voetnoot1). Men dacht dat hij de vermoeijenissen der reize onmogelijk had kunnen doorstaan. In een vroeger tijdperk van zijn leven, | |
[pagina 387]
| |
had hij tien jaren te Batavia doorgebragt als hoofd van de regterlijke magt, en met der daad als Gouverneur der koloniënGa naar voetnoot1). Hij verwierf de goedkeuring zijner regering wegens de wijze waarop hij de pligten van zijn ambt had vervuld, en wegens de zeer belangrijke veranderingen welke hij in de bedeeling van het regt met betrekking tot de inboorlingen had daargesteld. In Europa teruggekeerd, gaf hij over dit onderwerp een werk uit, waarin hij uiteenzette en verdedigde wat hij als de ware beginselen van een koloniaal bestuur beschouwdeGa naar voetnoot2). Daarom werd hij op een zoo gevorderd tijdstip van zijn leven (in 1829) weder geroepen om den dienst in Indië andermaal op te vatten. Als geleerde waren zijne verdiensten veelvuldig. Vooral in de vakken van burgerlijke wetgeving, staatkunde en algemeene geschiedenis, waren zijne kundigheden buitengewoon uitgebreid en naauwkeurig. Ook in de godgeleerdheid was hij zeer bedreven, vooral in de kerkelijke geschiedenis en de geschiedenis der dogma's. In den maatschappelijken omgang bezat hij al, wat men in eenen vriend zoude verlangen. Hij was gewoonlijk opgeruimd, open en opregt, en ontzag met de teederste zorg het gevoel van anderen. Hij beminde en beschermde al wat leven bezat, en niets was grievender voor hem dan wreedheid jegens het nietigste van Gods schepsels. Zijne gesprekken waren zeer onderhoudend en leerrijk, want hij bezat vele kundigheden en vloeide over van persoonlijke anecdotes en herinneringen van menige der beroemdste mannen der laatste 50 jaren, waarmede hij was bekend geworden in de verschillende steden van Europa of in de hoofdsteden van Noord-Amerika. Niemand kon de gulle gastvrijheid vergeten, die men in zijn huis genoot. Niemand kan zich dezelve herinneren zonder de aangenaamste aandoeningen, noch een gevoel van leedwezen bedwingen, dat hij de kringen verlaten heeft, wier middenpunt en leven hij was.’ Ook is nog in het genoemde Christian Register een artikel uit de New-York Evening post overgenomen, benevens een uittreksel van eene leerrede, op den zondag na het overlijden van den heer van Polanen gehouden, waarin met | |
[pagina 388]
| |
niet minder lof dan in het bovenstaande stuk, van zijn edel karakter en uitgestrekte kundigheden wordt gewaagd. Zie Javasche Courant, 4 Junij 1834. Zijne gelaatstrekken zijn ons bewaard gebleven. |
|