Veel nut trok hij uit het voorbeeld en de lessen van den beroemden bloemenschilder van Dael. Ook hield hij zich een poos bezig met het keurig beschilderen van snuifdoosdeksels, die in dien tijd veel in zwang waren. Hij vervaardigde ook vele fraaije teekeningen, in sap- en dekverwen, schilderde uitmuntende vrucht-, bloem- en vogelstukken en leverde ook wel eens ordonnanties met bloemwerken voor de Gobelins. Hij is den 21sten Mei 1813 te Parijs overleden.
Zie Immerzeel; Kramm, Kobus en de Rivecourt; Kunst- en Letterb. 1813, D. II, bl. 376.