[Engelbert George van der Plaat]
PLAAT (Engelbert George van der) werd den 1sten November 1756 te Grave geboren, in 1760 kadet der artillerie en in 1771, nog geen 15 jaren oud, luitenant. Van 1771 tot 1784 was hij werkzaam in Staatsvlaanderen aan verschillende polder- en vestingwerken en van 1786-1798 onder-directeur over de belangrijke bedijkingen der Schorren tusschen Hulst, Axel en Sas van Gent en de middelen tot inundatie en versterking der forten aldaar tegen de Franschen. Deze werkzaamheden verwierven hem in 1790 den rang van kapitein. Drie jaren later werd hij belast met den aanleg der fortificatiën van de Schelde tot den Braakman. In 1795 werd hij benoemd tot luitenant-kolonel ingenieur en verkreeg de directie der fortificatiën in het departement de Waal en Zuiderzee, in welke betrekking hij veel verbeteringen maakte aan de Grebbelinie, waarover hij verscheidene met kennis en talent geschrevene memoriën indiende. Tengevolge van een misverstand met den toenmaligen directeur-generaal, nam hij in Januarij 1800 zijn ontslag. Tot in 1803 leefde hij op een buiten bij 's Bosch, in den schoot zijner familie en verloor aldaar zijn echtgenoote, terwijl al zijne kinderen nog jong waren. In Augustus 1803 werd hij weder in 's lands dienst aangesteld, als commissaris voor de genie en in 1808 als fungerend chef van divisie. Na de vereeniging van Holland met Frankrijk, nam hij zijn ontslag, doch werd in 1814 terstond benoemd tot kolonel-directeur van de 4de fortificatie-directie, in welke betrekking hij in 1815 Grave, 's Bosch, Breda en Bergen-op-Zoom in staat van verdediging stelde. In November 1816 werd hij bevorderd tot generaal-majoor en directeur der fortificatiën en bleef tot in Augustus 1829 op verschillende plaatsen werkzaam. In dat jaar legde hij zijn betrekking neder en overleed in November 1831.
Hij was ridder van de orde van den Nederlandsche leeuw en der Militaire Willemsorde 3de klasse.
Zie Kobus en de Rivecourt.