mas Erastus legde hij zich tevens op de geneeskunde toe, doch hij oordeelde zich spoedig ongeschikt voor dit vak en bleef zich liever toeleggen om dichters en redenaars te vormen. Toen keurvorst Lodewijk de Lutherschen in zijn staten begon te vervolgen, en het calvinisme in zijne staten met geweld wilde invoeren, vertrok hij met de overige hoogleeraren naar Neustadt, waar Jan Casimir, in spijt van zijn broeder, in 1578 eene calvinistische academie opende. Na aldaar gedurende 15 jaren de fraaije letteren onderwezen te hebben, keerde hij na den dood van keurvorst Lodewijk (12 October 1583) naar Heidelberg terug en begon daar, behalve met de waarneming van zijn ambt, zich met het onderwijs van jongelingen van aanzien te belasten. Hij overleed den 29sten Januarij 1596 en werd in de kapel der hoogeschool in de St. Pauluskerk begraven. Lang te voren had Herman Wittikindus, hoogleeraar in de wiskunde, een grafschrift vervaardigd, dat door Pithopaeus zelven geparaphraseerd en ook op zijn lijkzerk gegraveerd is.
Pithopaeus is tweemaal gehuwd geweest, ten eerste met (1560) Adelheid, dochter van Christophel Saurbyr, burger te Deventer, doch in Turingen geboren, en Adelheid Brinck. Zij overleed den 8sten September 1586 en schonk hem eenige kinderen. Zijn tweede huwelijk met zijn dienstmaagd was niet gelukt.
Hij gaf in het licht:
Lamberti Pithopaei et aliorum carmina. Heidelb. 1565. 8o.
De obitu... Principis ac Dominae Mariae, serenissimi Ducis Bavariae conjugis, carmen scriptum a Lamberto Ludolpho Pithopaeo. Franc. Stephanus. 1569. 4o. z.n.v. pl.
Oratio de studio et causis Eloquentiae, Neapoli Nemetum. 1581. 4o.
In obitum D. Zachariae Ursini, sacrae Theologiae Doctoris, oratio; cum Epitaphio ejusdem; auctore Lamb. Lud. Pithopaeo, Daventriensi. Et Ecloga in ejusdem obitum; auctore Simone Stenio, Lomacensi. Ibid. 1583. 4o.
Ook bezorgde hij Z. Ursini Tractationes Theologicae etc. Neustadii Palatinorum. 1584. fol., ofschoon deze uitgaaf onder den naam van Joh. Ursinus, schoonzoon van Zacharias, is verschenen. Deze uitgaaf is herdrukt met den titel: Zach. Ursini, S.S. Theol. Profess. Heidelb. opera Theologica edita studio Quirini Reuteri. Heidelb. 1612. fol.
Oratio de studio Poëtices. Heidelb. 1586. 4o.
Oratio de Philosophiae laudibus et utilitate. Heidelb. 4o.
Oratio de Astronomiâ. Heidelb. 1589. 4o.
Zijn Lat. gedicht op Nihil en Parvi komt, behalve onder zijn Poëmata, ook voor in Gasp. Dornavii, Amphitheatr. Socraticae Joco-seriae.
Zie M. Adami, Vitae German. Philos., edit. 1615, n. 8, p. 411-416,