[Gerlach Petri of Petersen]
PETRI (Gerlach) of PETERSEN, in 1377 te Deventer geboren, behoorde tot de broederschap van van Geert Groete. Hij overtrof al de broeders in mystieken geestdrift. Onder het zingen, werd hij soms door zulk eene hooge geest- of zinsverrukking aangegrepen, dat men hem van den grond hemelwaarts zag opstijgen. Paquot durft, in zijne Mémoires, in 1767 uitgegeven, de waarheid hiervan niet geheel in twijfel trekken; doch Florentius Radewijn was in 1399 van eene andere gedachte en zond hem uit Deventer naar het klooster Windesheim bij Zwolle.
Hier trok hij niet alleen de aandacht tot zich door zijn mysticismus, maar ook door zijn onverzadelijke eetlust, de leer predikende, dat eene volle maag meer dan een ledige geschikt is voor inwendige en vrome beschouwingen. Hij overleed den 18den November 1411.
Hij heeft eene proeve zijner mystieke denkwijze achtergelaten in zijne Sololoquia divina, eerst in 1616 in 24o. te Keulen bij J. Kinckius in het licht gekomen met den titel:
Alter Thomas de Kempis, sive ignitum cum Deo soliloquium R.D. Gerlaci Petri, Daventriensis, Canonici Regularis, coaetanei quondam Thomae de Kempis, etiam Canonici Regularis; solidas et dilucidas docens semitas totius vitae spiritualis
Ook met den titel: Gerlaci Soliloquia divina in Sacra Orationis Theologia van Petr. Poiret. Amst. 1701. 12o. Col. 1711 en Ed. J. Strange, Col. 1849, in de Bibl. mystica en ascetica van J.M. Heberle. In het Holl. overgezet door Nicasius Hesîus, een der Gorkumsche martelaren, en naauwkeuriger door Jan van Gorkum (De innighe Alleenspraecke des Eerweerdighen broeders Gerlacius Petersen. 's Hertogenb. 1613, 1621. 12o.)
De libertate spiritus cum exercitiis eo spectantibus, ms.