[David Petersen]
PETERSEN (David), beroemd toonkunstenaar te Amsterdam, in het laatst der XVIIe eeuw. In de Haagsche Mercurius, door H. Doedyns, 2e dr. Amst. 1735 (de eerste is van 1697) D. I, bl. 360 wordt vermeld, ‘dat de voortreffelijke musikant Petersen zulke harmonieuse variatiën gemaakt heeft op het vaderlandsch deuntje: Ik zag Cecilia komen met bloemtjes in haar handt.’ De tooneeldichter A. Alewijn, droeg zijn Bly-Eindend Treurspel Amarillis (Amst. 1695) aan hem op. Hij noemt hem aldaar Grootmeester in de Musykkunde en Snaarenspel, en zegt dat Petersen de bekoorlyke Cecilia, een werkstuk, in allen deelen doorwrocht, met Goddelyke snaargedachten verrijkt heeft. Dit volkslied wordt in de Oude Vlaemsche Liederen, uitgegeven door J.F. Willems, Gent 1848, met de muzijk gevonden.
Zie Navorscher. D. II, bl. 124, 125, D. III.