[Wouter Persijn]
PERSIJN (Wouter), die zich in een klooster begaf. Nopens hem deelt de Chronijk de volgende legende mede:
‘Dese heer Wouter lag tot eenen tijd in sijnen gebeden in de Kerk, onder de Missen en leide syne handen inniglyk te samen, daar quam hem een goude kruice tussen syne handen, tot een teken, dat syne bede van onse Lieven Here verhoord ware. Ende dit selve kruis bragte Alyd, Grave Willem wijv' van Holland, met grote weerdigheid in 't klooster, ende sy maakte het selve klooster daar toe soo veel boters, als men jaerlijks tot de keuken behoevde, ende hij storv daerna in 't voorschreven klooster tot Rijnsburg. Van die tijd heeft dat geslagte der heeren van Persijn aangenomen in haer wapen te dragen 9 rode slimme kruicen.’
Zie Goudhoeven, Chronijk. bl. 303, f. 196; v. Leeuwen, Bat. Ill. bl. 1049; Boxhorn, Toon. v. Holl. St. VIII; Alkemade en v.d. Schelling, Katw. en Rijnsb. Oudheden. bl. 334, 335; Schotel, Abdij van Rijnsburg. bl. 29 volgg.