[Pepijn de Dikke]
PEPIJN DE DIKKE, of gelijk hij, naar zijne voornaamste bezitting Herstal, gewoonlijk genoemd wordt, Pepijn van Herstal, was een der vermaardste mannen van zijnen tijd. Hij maakte, als Groothofmeester of Majordomus van den laatsten der Frankische Rois faineants of nietsdoeners, zich meester van het Frankische Rijk, dat hij aan zijnen beroemden zoon Karel den Grooten naliet. Hij was het die den begaafden Willebrord overreedde om naar Rome te reizen en die zijn kasteel onder de Friezen aan Willebrord ter bewoning en tot hoofdzetel gaf. In 692 toch was de Friesche koning Radboud door Pepijn overwonnen geworden, hoewel hij in 697 op nieuw tegen hem opstond; echter met geen beteren uitslag, daar hij alstoen Utrecht moest afstaan. Pepijn's opvolger, Karel Martel, voltooide de overwinning der Friezen in 717 en 726. Pepijn leefde in overspeligen gemeenschap met Aloaïde, zuster van den edelman Jodo.
Zie v.d. Chijs, De Munten der Bisschoppen van de Heerlijkheid en de stad Utrecht, bl. 2, 8, 6; de Munten der Leenen in Braband en Limb. bl. 3, 162; de Munten der Heeren en Steden van Overijssel, bl. 11, 20; de Munten van Friesland, Groningen en Drenthe, bl. 5, 278, 302; de Munten der Frankische en Duitsch-Nederlandsche Vorsten, bl. 93 en volgende, waar ook zijne munten beschreven en afgebeeld zijn.