passingen, aangeweezen in den leertrant van Christus en zijne Apostelen. Amst. 1764. 8o. 1767. 4o. 2de dr.
Sodoms ongeregtigheid en straffe, weleer op 's Heeren uitdrukkelijk bevel, door zijnen knecht Ezechiel (bij afwezen, waarschijnlijk in geschrifte) aan Jerusalem, ten spiegel voorgesteld, volgens Ezech. XVI, 49, 50, nu met uitvoeriger verklaringe en toepassinge (bij gebrek van uitspraak), ook in geschrifte, aan de gemeente van Amsterdam, bij gelegenheid van den Algemeenen dank-, vast- en bededag op den 2den Maart 1763 enz. Amst. 1763. 4o. Leid. 4o.
Geloofsvastigheid van een waar, schoon ongeletterd, Christen, tegen de hedendaagsche zeer gevaarlijke verleidingen van grouwelijke menschen. Amst. 1766. 2 d. 8o.
Over het gebruik der H. Sacramenten in het gemeen en van het H. Avondmaal in 't bijzonder. Amst. 1780. 8o.
Hij schreef ook een aanprijzende voorrede voor de Ned. overzetting van Doddridge's Over de wedergeboorte enz. Amst. 1746 en Over de kracht en genade v. Christus. Amst. 1748.
Zie Veeris, Kerk. Alph. bl. 151, 192; Croese, bl. 254 volgg.; Clarisse, Ann. ad Or. inaug. Hard.; Ypey, Gesch. d. Chr. Kerk in de XVIIIe eeuw. D. VII, bl. 405; Dez en Dermoedt, Gesch. d. Herv. Kerk. D. III, bl. 17; Aant. Bouman, Geld. Hooges. D. II, bl. 493; Glasius, Godgel. Nederl.; Arrenberg, Naamr. bl. 406, 407; Muller, Cat. v. Portr., Boekz. 1763 a bl. 228, 1764, b bl. 217, 1769 b bl. 615-664: Abcoude, Naamr. Aanh. bl. 161; Neues Gelehrtes Europa. B. IV, p. 990-994; Rotermund; Muller, Cat. v. Portr.