[Hermannus Pauw]
PAUW (Hermannus), werd omstreeks 1770 geboren, studeerde te Utrecht, was van 1792-1798 predikant te Renkum en Helsum, van 1798-1802 te Crommenie, van 1802-1806 te Breda, vervolgens van 1806-1814 te Brielle, en eindelijk te Brussel. Ten gevolge van de omwenteling in 1830 ontving hij zijn eervol emeritaat en vestigde hij zich te Breda, waar hij in 1848, op 78-jarige leeftijd nog voor zijne voormalige gemeente optrad.
Hij overleed te Breda, 23 Febr. 1856 in den ouderdom van 85 jaren, nalatende één zoon, J.M. Zwanenbeek Pauw, toen gep. eerste kapitein der genie. Pauw was ridder van den Nederl. Leeuw. Hij was een voornaam bewerker van de bevrijding van den Briel in 1813, had veel uiterlijke welsprekendheid, en beoefende tot zijn dood toe de vaderlandsche letterkunde. Hij vervaardigde ook nu en dan eenige dichtregelen, o.a. onder het portret van Van Hogendorp.
Er bestaan verschillende portretten van hem, o.a. één door J.H. Fredriks geteekend en door W. van Senus gegraveerd in 1807, met vierregelig Hollandsch gedicht van J.H. Hoeufft, en een in 1809 door H.W. Caspari geteekend en door J.W. Caspari gegraveerd, uitgeg. door J. van Ledden Hulsebosch.
Zie Konijnenburg, Nat. Gedenkb. bl. 179, 180, 181, 188, 189 enz. 192 enz. 204; Navorscher. Dl. VII, bl. 31, 187, 266, 320, Dl. VIII, bl. 326; Boekz. 1856. Dl. I, bl. 308, 314, 326.