[J. van Panders]
PANDERS, (J. van), te Alkmaar, leefde in de tweede helft der 18 eeuw en muntte zich als dramaschrijver bekend door
Bonsard of de menschlievende Lootsman, tnsp. Amst. 1779. 8o.
Frederik de Rechtvaardige, tnsp. Ald. 1781. 2e dr. kl. 8o.
De gewapende Uittogt, tnsp. Ald. 1787.
Het Weeuwtje en haar Minnaar. Gedicht.
De snoodaard naar beginsels, tnsp. Ald. 1805. gr. en kl. 8o.
Zij komen ook voor in deel IV, V en VII van het Zedelijk Tooneel bevattende eenige der beste zedelijke Tooneelspelen, uit verscheidene taalen bijeengebragt; (in prosa) met eenige Konstpl. versiert. Amst. 1718-1792.
Ook vervaardigde hij nog een tooneelspel: de Vrijgeest. Bilderdijk, met wien hij in briefwisseling was, noemt het ‘een gedrogtelijk stukje, uitloopende tegen alle tooneelwetten, hebbende noch ontwerp noch schikking. Hij raadde de uitgave af. Zijn Bonsard noemde hij ‘zijn lofwaardige eersteling.’
Zie Cat. d. Maat. v. Ned. Letterk. D. V, bl. 35, 164.