[Ruthgerus Paludanus]
PALUDANUS (Ruthgerus) zoon van Theodorus Paludanus, predikant te Zuidzijpe, werd aldaar in 1736 geboren en was achtereenvolgends schepen, thesaurier, hoofdofficier en burgemeester te Alkmaar, en directeur der Holl. Maatschappij van Wetenschappen, lid van het dichtgenootschap Minima Crescunt en van de Maatsch. der Nederl. Letterk. Hij vervaardigde als Jur. Utr. Candidaat een eerevers bij gelegenheid dat zijn vader zijn vijf en twintigjarigen dienst vierde.
Men heeft ook van hem een Lentezang, gevolgd naar het Lat. van E.W. Higt. Leijden, 1761. 8o.
Meer bekend is hij als oudheidkundige door zijne Oudheid- en Natuurkundige verhandelingen meestal betrekkelijk tot West-Vriesland en het Noorderkwartier. Eerste stuk. Leijden, 1776, met een kaart en afbeeld. Het tweede stuk zag nimmer het licht.
Hij onderscheidde zich ook als staatsman, en werd door de staten van Holland tot zeer gewigtige commissiën gebruikt.
Paludanus overleed in 1788, en liet bij zijne huisvrouw Johanna Rijzer eene dochter na.
Zie Arrenberg, Naamr., bl. 402, Cat. d. Bibl. v. Ned. Letterk., D. I, bl. 262, D. II, bl. 139; Bibl. Te Water, p. 318, Bibl. Remons. p. 320; Boekz. d. Gel. Wer. 1757, a. bl. 327-330; Kraus, Kerk. Reg, bl. 118, 157, 191. Scheltema, Staatk. Ned.; Kunst en Letterb. 1788. bl. 138.