Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 13
(1868)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 375]
| |
partij van den Utrechtschen bisschop toegedaan. Het slot Nyenrode, zoo zeer geschikt om de vaart langs de Vecht te belemmeren en alzoo de stad Utrecht den toevoer af te snijden, werd door de Hollandsche krijgsknechten bezet; maar eerlang togen de burgers van Utrecht uit, sloegen het beleg voor Nyenrode, en beschoten het zoo hevig dat de belegerden het den 7 September 1480 genoodzaakt waren zich over te geven. Den 24 Julij 1422 werd hij door den heer van Montigny, als stadhouder-Generaal van Holland met Nyenrode verleid. Hij overleed den 14 Julij 1495, bij zijne echtgenoot Elisabeth van Zuylen van der Haar, eene dochter Sefina na. Omstreeks den 15 Februarij 1504 werd deze rijke, maar toen nog onmondige erfdochter buiten weten van hare bloedverwanten en voogden met geweld ontvoerd van het huis Nyenrode, door Willem Turk, zoon van Godard Turk en Margaretha van Egmond, dochter der Heeren van IJsselstein. In 1405 werd zij met haren schaker in den echt verbonden, en werd moeder van een zoon, in prille jeugd overleden en van twee dochters, Elisabeth en Klara.
Zie Malthaei, Anal. T. I p. 408; Burman, Utr. Jaarb. D. III bl. 514; Tijdschrift van Utrecht 1840 bi. 95, 409, 1840 bl. 167, 169, 268, 269. De Geer, bl. 49 volgg. |
|