[Maarten Nijekamer]
NIJEKAMER (Maarten), waarschijnlijk gesproten uit een aanzienlijk Oost-Friesch geslacht, komt in 1524 voor als muntmeester der stad Kampen, zijnde hem op den 28 November diens jaars door Burgemeesteren, Schepenen en Raad dier stad opgedragen om aldaar eene nieuwe Munt op te rigten en te munten; het laatste op denzelfden muntvoet als de stad Deventer of zooals de muntmeesters te Embden en te Hasselt. Al zijne munten zouden binnen de stad Kampen gangbaar zijn.
Hij zoude ook mogen munten schellingen en halve schellingen op den voet der Hamburgsche. Zijn arbeid zal eerst in 1525 een aanvang hebben kunnen nemen.
Zie van der Chijs, De Munten der voorm. heerlijkh. en der Steden van Overijssel, bl. 322 en 323.