[Wijnand Jan Joseph Nuyen]
NUYEN (Wijnand Jan Joseph), werd den 4den Maart 1813 te 's Hage geboren, had reeds in zijne jeugd eene overhellende neiging tot de teekenkunst, en den beroemden landschapschilder A. Schelfhout tot leermeester. Hij arbeidde van 1825 af, eenige jaren onder diens leiding en bragt het met verbazende snelheid tot eene aanzienlijke hoogte in de kunst. Aanvankelijk bepaalde hij zich tot het schilderen van zomer- en winterlandschappen, waarbij hij getrouw de natuur tot leidsvrouw had. Op zijne reizen door Frankrijk en België werd hij meer nabij bekend met de aldaar heerschende schilderkunst, die, schoon zeer kort, invloed op zijne manier uitoefende, doch spoedig zegevierde zijn gezond verstand, en in zijne strand-, haven- en stadsgezigten, dikwijls wemelende van ontelbare grondig geteekende en fiks geschilderde stoffaadje, heerschte weder die zelfde heldere toon en waarheid van koloriet, die reeds van vroegere dagen de kenmerken der Hollandsche kunst waren Hij overtrof in de bovengemelde vakken alle zijne tijdgenooten, vooral door meesterlijke penseelsbehandeling. Zijn werk, na zijn dood aanmerkelijk in prijs gestegen, versiert de meeste, zoo in- als huitenlandsche kabinetten. Aanzienlijk is het getal zijner schilderijen en teekeningen. Immerzeel vestigde het oog van het publiek vooral op zijn kapitale schilderij, voorstellende een Stads binnenhaven, even rijk aan ordonnantie als uitmuntend van koloriet en penseelsbehandeling, weleer in de kunstverzameling van A.D. Schinkel te 's Hage. Hij huwde C.J. Schelfhout, dochter van zijn leermeester, en overleed den 2den Junij 1839. Zijn lijk werd met veel plegtigheid op het R.C. kerkhof buiten 's Hage ter aarde gebragt, waarop zijne vereerders een eenvoudig monument stichtten, dat den 22sten Julij 1842 plegtig werd ingewijd. Hij was lid der Akademie van Beeldende Kunsten. Zijn portret, naar de
schilderij van N. de Keijser, door H. ten Hove Bz. op steen gebragt, is van eene treffende gelijkenis.
Zie behalve Immerzeel en Kramm, Astrea, 1839; Not. Biogr. snr W.J.J. Nuyen, peintre holl. par Felix Rogaarts, Soc. des Beaux-Arts, 1839, met portret, door Baugniet; Kunst- en Lett, 1839. Kobus en de Rivecourt, Muller, Cat. van Portr.