[Mr. D. Hoola van Nooten]
NOOTEN (mr. D. Hoola van) gaf in het licht:
Proeven over de vastigheid der gronden, welke voor den Christen in de Openb. gelegen zijn, Rott. 1793, 8o.
Vaderlandsche regten voor den burger, Amst 1793, 8o. 5 stukken.
De Regten van den Mensch, Rott 1794.
Antwoord op de vraag, voorgesteld door het Utr. Genoots. van Kunsten en Wetenschappen: Welke is de grond, waarop men een volkomen regt uit eene overeenkomst of contract verkrijgt, zoo dat men iemand tot voldoening daarvan dwingen mag? en hoe kan dus hetgene bevorens een onvolkomen regt, een enkele gewetenspligt was, door overeenkomst een volkomen regt geven, en een dwangpligt worden? onder de Zinspreuk: Qui va droit ne manque. Waaraan den 15 van Zomermaand 1808 de prijs eener Gouden Medaille is toegewezen, Utrecht, 1810.
Zie Naaml. der Gebr. van Cleef, bl. 432; Cat. der Nat. Bibl. no. 707, 1352.