zelfde klooster, in 1520 definitor provincialis en kort daarna inquisiteur voor Doornik. Na voor de tweede maal tot prior te Rijssel benoemd te zijn, overleed hij er 28 December 1540. Hij gaf met Jan Lanceau of Lancille in het licht:
F. Antonii de Azaro, Parmensis, Medulla sermonum, Paris. 1515, 12o.,
en alleen:
Commentaria Magistri Ordinis, Thomae de Vio, Cajetani, in I partem Summae S. Thomae de Aguino, Paris. 1514, 8o.
Zie Paquot, Mém. T. I. p. 590