[Johannes van Nikkelen of Nickele]
NIKKELEN of Nickele (Johannes van), zoon van Isaak van Nikkelen, schilder te Haarlem, vader van de vorige. Hij werd in 1649 te Haarlem geboren, en in de schilderkunst onderwezen door zijn vader, die het inwendige van kerken, in de manier van van Vliet, en landschappen schilderde. De zoon schilderde landschappen in den trant van Karel du Jardin, kwam in dienst van den keurvorst van den Paltz, die hem tot ridder benoemde. Later kwam hij aan het hof van Hessen-Kassel, waar nog veel van zijne kunst wordt gevonden. Hij bezat ook eene bijzondere bedrevenheid in het schilderen van chassinetten met transparente verwen. Ook etste hij o.a. 4 landschappen, door Nagler vermeld, en beoefende de poëzy. Hij overleed in 1716.
Zie Houbraken, Schouwb. van Schild. en Schilder. D. II. bl. 266; Schrevelius, Harlem. bl. 493, 495; van der Aa, t.a.p. bl. 452; Immerzeel, t.p. bl. bl. 264; Kramm, t.a.p. bl. 1201.