Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 13
(1868)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 241]
| |
licht Nadeelige vooroordeelen en misbruiken in de Geneeskunde bestreden doch vooral gaf hij door zijn in 1820 en volgende jaren verschenen Proeve eener geneeskundige Plaatsbeschrijving der stad Amsterdam, die met kaarten en platte gronden opgehelderd, in vier lijvige boekdeelen is vervat, een doorslaand blijk een veelzijdige kunde en lust tot onvermoeid onderzoek. Zijn schrijven over het Almoeseniers Weeshuis in dit werk, bragt veel toe tot het later overbrengen dier ongelukkigen naar het platte land in Drenthe, waar zij thans te Veenhuizen in de koloniën der Maatschappij van weldadigheid verzorgd worden. In 1818 had hij reeds aan den generaal van den Bosch de hand geleend tot het oprigten van gemelde maatschappij, door het lidmaatschap der hoofdcommissie te aanvaarden. In 1823 gaf hij met F.L. A Nieuwenhuys in het licht eene verbeterde bereiding der kinaloogzouten. benevens Geneeskundige waarnemingen met deze kina en koortsen. Hij was lid van het Bataafsch Genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam, van het Provinciaal Utrechtsch en het genootschap en overleed den 8 van Herfstmaand 1837 in den ouderdom van 62 jaren. Men heeft nog van zijne hand: Diss. med. de usu imprimis diaetetico, muriatis sodae, seu Salis cibarii, Gron. 1807. Verslag van de Epidemische koortzen in 1834 te Amsterdam, in Hippoorates. D. VIII. St. 2, bl. 31. Verslag van de pokken in 1834 te Amsterdam, t.a.p.D. VIII. St. 2, bl. 154. Verslag van de Epidemische Scarlatina in 1834 te Amsterdam, t.a.p. bl. 136. Iets over het dierlijk Magnetismus in Algem. Vaderl. Letteroef. 1813, D. XXIII. St. 2, bl. 549. Geneesk. Verhandel. over de Warmte, t.a.p. 1800, L. X, St. II. bl. 330. Met P. Bello, Waarnemingen betreffende drie gevallen van merkwaardige hoofdwonden, in Jaarboek van Genees-, Heel- en Natuurkunde, 1811, D. III, St. I, bl. 80. Eenige wenken over de pathologie, therapie en aetiologie der Aziatische Cholera, Amst. 1833, 8o. Waarneming eener heilzame werking van den Constantiawijn in kramp van den onderbuik in Bijdragen tot de Theor. en Pract. Geneeskunde, 1813, D. III, St. 3, bl. 103. Waarneming over de werking der digitatis purparea in bloedstortingen, in Algem. Vad. Letteroef. 1799, D. IX. St. 2, bl. 564.
Zie Nieuwenhuis, Kobus en de Rivecourt, C.H. Roy, Cat. Bibl. Med. T. III p. 1237; Holtrop, Bibl. Med. etc. p. 258. |
|