[Jacobs Neyts]
NEYTS (Jacobs) van Brugge, rigtte in 't midden der achttiende eeuw een troep operisten op, met welke hij Vlaamsch België en Holland doorreisde, en overal den uitbundigsten lof inoogste; ja zelfs de nieuwsgierigheid van het Hof te Brussel opwekte. Te Amsterdam speelde Neyts op den grooten Schouwburg, toen op den 11den Mei 1772, bij de opvoering van de Deserteur, dat prachtig gebouw een prooi der vlaamen werd. Dit schrikkelijk ongeval, waarbij zoo velen het leven inschoten, berokkende den ondergang van Neyts en Punt. Deze ging het Rotterdamsch tooneel verlevendigen, gene begaf zich terug naar de Oostenrijksche Nederlanden. Doch de merkelijk verminderde troep had thans te worstelen met de rederijkkamers, op alle punten van Vlaanderen en Brabant in het leven gebragt door de geestdrift, welken Neyts overal voor het nationaal gezang had opgewekt.
Zonder dat ongelukkig voorval, dat Neyts vooruitzigten ten eenemale in den grond boorde, had misschien deze man een nieuwe omwenteling in de uitspraak der taal te weeg gebragt. Zijn troep uit West-Vlamingen bestaande, bediende zich van de West-Vlaamsche tongval, in zeker opzigt zachter dan de algemeen gesprokene taal, en die zeer in den smaak der vrouwen en dilettanten van Amsterdam viel, maar bij het vertrek der Vlamingen verdoofden plaatselijk vooroordeel en gemeente, hetgeen op het nationaal gezang den gelukkigsten invloed had kunnen uitoefenen. Hij overleed in 1794 te Boulogne.
Zie Snellaert, Schets eener Ges. van Ned. Lett. bl. 181, 182. Gregoire, Les Art. Music. Neêrl. p. 136.