| |
[Cornelis Anthonie Geisweit van der Netten]
NETTEN (Cornelis Anthonie Geisweit van der), uit een deftig geslacht, den 19den Julij 1772 geboren, en als generaal-majoor der kavallery, ridder van den Nederlandschen Leeuw, lid van de meeste Nederlandsche geleerde genootschappen, op den 27sten Mei 1847 te Delft overleden, verloor zijn vader, een geacht regtsgeleerde, nog geen 10 jaar oud zijnde. Van zijne vroegste jeugd ontwikkelde zich bij hem eene buitengewone neiging vooral tot de natuurkunde, en alle op den oorlog betrekkelijke wetenschappen, waartoe zijn grootvader van moederszijde, een aanzienlijk geneesheer
| |
| |
die een groot aandeel in zijne vorming had, de eerste aanleiding gaf.
Bovenal was zijne heerschende neiging, om den krijgsstand te aanvaarden, die vooral aangewakkerd werd, door de geestdrift, welke de bedreigde aanval van keizer Joseph op het gemeenebest, algemeen deed ontvlammen.
Als kadet bij het regement infanterie van Salm in 1787, bij de vermeestering der voorposten van Amsterdam, gewond en door de Pruissische troepen krijgsgevangen gemaakt, was deze harde proef geenszins in staat, om de lust in den krijgstand uit te blusschen, welke hij thans in Oostenrijkschen dienst zocht te bevredigen. Na, als vrijwillig kadet, bij deszelfs ruiterij, toen als de beste van Europa geacht, in den oorlog tegen Turkije (waar hij met onderscheiding het gevecht bij Tockahany en het beleg van Belgrado bijwoonde, en met zijn regement naar België gemarcheerd, ter beteugeling der Brabandsche onlusten, en in den oorlog tegen Frankrijk, 1790-1792, met eere kampte) te hebben gediend, trad hij in Maart 1794, als kadet bij het regement karabiniers in Nederlandsche dienst, aan welke hij onafgebroken zich wijdde.
In 1795 tot 2den luitenant bij de kavallerie benoemd, zag hij zich in 1806 tot ritmeester bij de garde bevorderd, en zoo daar, als na hare oplossing, bij het 2de regiment huzaren overgeplaatst (dat bij de inlijving van het Hollandsche leger, het 11de regiment huzaren in het Fransche geworden is), met het opper onderwijs belast.
Bij het 3de korps, onder aanvoering van den maarschalk Ney, deelde hij met hetzelve in alle voorvallen van den Russischen veldtogt, waarin zijn corps zich zoo zeer onderscheidde, als ook later in deszelfs rampspoedig lot. Na het doorzwemmen der Berezina, viel hij gewond in de handen der Russen. Even wonderlijk ontsnapte hij te Witepsk aan de oorlogspest, die zoovele duizenden wegrapende, ook hem aantastte.
Als krijgsgevangen doorreisde hij een groot gedeelte van dit rijk, tot in het gouvernement van den Caucasus, waar hij gedurende zijne gevangenschap zich bezig hield met het opstellen van gedenkschriften over dezen gedenkwaardigen veldtogt, en de taal magtig geworden zijnde, met het inzamelen van berigten, omtrent den militairen staat en de gebeurtenissen, als ook omtrent de paardenrassen.
De herstelling van Nederlands zelfstandigheid, maakte een einde aan zijne ballingschap, en gaf hem gelegenheid aan zijn vaderland zijne diensten te wijden. Hij betrad het in September 1814, en werd met den rang van majoor, bij het departement van oorlog geëmployeerd, daarna bij de kavallerie aangesteld, tot hij den 15den Februarij 1815 aan het hoofd van het kavallerie-onderwijs bij de militaire school te Delft benoemd werd.
| |
| |
Zijne beoefening van de veeartsenijkundige wetenschap, deed hem tot lid der kommissie tot het examen der veeartsen benoemen, aan wier hoofd zich de beroemde professor Brugmans, als voorzitter bevond.
Zeer veel heeft hij bijgedragen tot verbetering van den paardenteelt, door het daarstellen eener stoeterij in het Groot Hertogdom Luxemburg, waartoe hij zelfs twee reizen in het zuidelijke Frankrijk deed, om de meest geschikte hengsten te verkrijgen. Gewoon alles, wat tot de uitbreiding zijner kundigheden konde bijdragen, zich ten nutte te maken, had hij, belast met de inspectiën der remonten, zich deze gelegenheid ten nutte gemaakt, om zijne op ontleedkunde gegronde paardenkennis uit te breiden. De paardenkennis en rijkunst, (door hem wetenschappelijk behandeld) als ook de paardenteelt, hebben veel aan hem te danken, zelfs werd eene zijner verhandelingen door het Haarlemsche Genootschap bekroond.
Zijn ijver en kundigheden, die hem onder het bestuur van koning Lodewijk, reeds met de orde van de Unie, had doen vereeren, verwierven hem den 29sten Februarij 1824, de ridderorde van den Nederlandschen Leeuw, terwijl hij op den 27sten Augustus 1822 tot luitenant-kolonel der kavallerie bevorderd was geworden.
Eene reeks van werken, uit zijne pen gevloeid, en veelal nog ten onderrigt van het Nederlandsche leger aanbevolen, getuigen even zeer van zijn vlijt, als van uitgebreide kundigheden, die met zijn vak in naauwer of wijder verband stonden, daar zij krijgs- of rijkunst, wapenkennis, paardenkennis of geschiedkunde betroffen.
Gedurende het bestuur van koning Lodewijk, werd hij belast met de redactie der reglementen voor de kavallerie, om die, welke bij het Fransche leger bestonden, met de vereischte wijzigingen, voor de Nederlandsche ruiterij in het Hollandsch te vertalen. Behalve het exercitie-reglement, waarbij een analysie op de verklaring der platen toegevoegd was, het reglement op den inwendigen en op den velddienst, had hij reeds te voren twee werken uitgegeven als handleiding tot de militaire vorming.
Der wapenkunde en wapenoefening, wijdde hij twee andere werken, en men is hem erkentelijkheid verschuldigd, voor zijn Onderrigt voor de ligte troepen en de officieren die op de voorposten dienen, waarvan de eerste uitgave in 1808 en de tweede veel uitgebreidener in 1823, het licht zag. Het handboek der paardenkennis, het eerste oorspronkelijke werk over dit vak in Nederland, en zijne beknopte handleiding tot de paardenkennis, leveren een volledig overzigt van dit vak.
Het werk onder den titel van Karel XII en Napoleon uitgegeven, behelst, benevens eene uit de beste bronnen geputte levensgeschiedenis van dezen zoo miskenden krijgshaftigen
| |
| |
vorst, de beschrijving der twee beroemde gevechten bij Punitz en Krasnoë, bij welke eene talrijke, zegevierende kavallerie, door hun koning aangevoerd, niet bij magte waren, eene kalm zich verdedigende infanterie, te vernielen. Door het aanhalen der redenen, waaraan dit mislukken toe te schrijven is, trachtte de schrijver het twistpunt over de suprematie der beide wapens toe te lichten, terwijl tevens de bouwstoffen voor de geschiedenis van den Russischen veldtogt verzameld werden, wier uitgave, ter perse gereed, slechts door den dood verhinderd werd.
Bij het uitbreken van den Belgischen opstand, zijne diensten den koning aangeboden hebbende, werd de vrijwillige rust besteed, met een werk te schrijven over de bajonet vechtkunst, welke hier te lande onbekend, de baan opende tot meerdere taktische volmaking der infanterie.
Daarna schreef hij de Veteraan, of krijgsbedrijven der Nederlanders in België, en de Russen in Turkije, met bedoeling de onverdienste wegens de wapenen des legers in het ware daglicht te stellen.
Hij diende ook eene memorie in, tot oprigting van een landstorm te paard, tot wering van den gedreigden inval der Belgische ongeregelde horden.
Kort voor zijnen dood, zag nog van hem het licht eene belangrijke brochure over de wapenvervaardiging in Borneo, en het ijzer dat aldaar gevonden wordt, welke de aandacht van het bestuur tot zich mogt trekken, en toen hem kort voor zijnen dood, de overgezonden ertsen en eenige aldaar vervaardigde wapens, naar aanleiding van zijne berigten, door den kapitein der artillerie Wessels aan hem ter bezigtiging gezonden werden, konde hij de streelende gedachte koesteren, nog in den laten avond van zijn leven geslaagd te zijn, een onderwerp op te sporen, dat zoo wel uit een krijgskundig oogpunt, als mede als handeltak, voor zijn vaderland nuttig konde zijn.
Zijn portret gaat in steendruk uit, door H.J. Backer vervaardigd, naar de teekening van H. Lapy in 1810 uitgevoerd.
Lijst der door den druk uitgegevene werken:
Algemeen Zamenstel der militaire pligten, kundigheden en dienstverrigtingen, een hand- en leerboek voor de onderscheidene rangen van den krijgsstand, bijzonder voor die der kavallerie, Gron. 1803, gr. 8o.
Grondbeginselen der krijgswetenschappen en van den krijgsdienst, met tabellen, Zutphen, 1806, gr. 8o.
Onderrigt voor de ligte troepen en der officieren die op de voorposten dienen, volgens het voorschrift van Frederik II voor zijne officieren der kav. 's Hage, 1808, 8o.
| |
| |
Dit werk herdrukt, omgewerkt en vermeerderd, 's Hage, 1823, 8o.
Onderrigt voor de onderofficieren in den voorpostdienst, kl. 8o. 's Hage, 1832.
Provisioneel reglement op de exercitien en manoeuvres der kavallerie, 4 st. 's Hage, 1807, herdrukt, 1814, 8o.
Verklaring van en bijvoegingen tot de platen van hetzelve.
Reglement op den inwendigen dienst, de politie en krijgstucht der kav. 8o. 's Hage, 1807 en 1814.
Voorschrift wegens het legeren der ruiterij, 8o.
Bijzonder onderrigt in de handgreepen te paard, Fransch en Hollandsch, gr. 8o. 's Hage, 1807, herdrukt en vermeerderd, 1829.
Onderrigt in het schiet- en zijdgeweer, met platen, 8o. Amst. 1808 en 1814.
Ditzelfde werk heeft 5 drukken gehad, waarvan de 5de veel vermeerderde en verbeterde te 's Hage uitkwam, 1828, 8o.
Onderrigt in het gebruik van het zijdgeweer en andere wapenen, Amst. 1810, 8o.
Handleiding tot het gebruik van het schietgeweer bij het schijfschieten en in het veld, voorafgegaan door een geschiedkundig overzicht, 's Hage, 1830, met pl. 8o.
Het geschiedkundig overzicht is ook afzonderlijk gedrukt.
De bajonnet-schermkunst, 's Hage, 1832, 8o. met pl.
Handboek der paardenkennis ten dienste van den burger- en krijgsstand en voorschriften van genees- en heelmiddelen, 2 d. gr. 8o. met pl. Amst. 1811, 1817.
Handleiding tot de behandeling en gezondheidsbewaring der paarden, 1815, 8o.
Beknopte handleiding tot de paardenkennis, derzelver geneeskunde en gezondheidsbewaring, voor eerstbeginnende beoefenaren dezer wetenschap, gr. 8o. Amst. 1818.
Lijst der gebruikelijke geneesmiddelen.
Bekroond antwoord op de vraag der Ned. huishoudelijke maatschappij te Haarlem, welke de redenen zijn, men in de Nederlanden, de paardenfokkerij niet met den uitslag bekroond ziet, als in andere landen. De zilveren medaille.
Karel XII en Napoleon of tafereelen en vergelijkingen uit hunne krijgstogten, gr. 8o. 's Hage, 1827, met pl.
De Veteraan of krijgsbedrijven der Nederlanders in België, en der Russen in Turkije en Perzie, kl. 8o. 2 d. Delft, 1837.
Lijst van kleinere of in tijdschriften geplaatste stukken:
Letterkundige mengelingen (meestal in de Milit. Spectator, Athaeneum, Recensent en Vriend des Vaderlands.)
Kara Ali, hoofdman der roovers in Kazan, in Vriend des Vaderlands.
Bijdragen tot de kennis van den invloed van den menschelijken geest, vooral op de huisdieren, in Vr. des V.
| |
| |
Verwonderlijke vertooning van zinbegoocheling door eene dweeperssecte in Hindostan, in Vr. des V.
Het beleg van het kasteel van Alicante, 1708-1709, Sp. 1836, p. 111.
De partijgangers in den 7jarigen oorlog, of de opgeligte renbode, Sp. 1836, p. 69.
Necrologie van professor Haug, Sp. 1836.
Hollands trouw en Engelands dank, Handelsblad 1833.
Het rivierpaard en deszelfs jagd, Handelsblad, 1833.
Een middagmaal bij de Maratten, Handelsblad, 1833.
De wedlooper in het Waadland, Handelsblad, 1833.
De paardenwedlooper te Norotcher Kask, in Staatscourant, 1826.
De bajonnet en het zwaard, of de kamp der Engelschen in Hindostan, Sp. 1841.
De herten in Schotland en de laatste wolven met hare jongen, Vr. des V.
De inneming van 's Hertogenbosch door de Pruissen, 1814, Sp. 1839.
De nationale strijdvaardigheid der Hollanders, Sp. 1837.
La tour d'Auvergne, Sp. 1833, p. 351.
Napoleon en de Fransche soldaten, Sp. 1834, p. 80.
Gedenkzuil voor de Beijeren, Sp. 1834, p. 71.
De overrompeling van Tineyborg, Sp. 1834, p. 17.
Ken u zelven, Sp. 1834.
Merino, Sp. 1834.
Martin Zurbaum, in manuscr.
Het Spaansche leger, Sp. 1835, p. 224.
Het tijgerhol, Handelsblad, 1835, 29 Jan.
De thee en de theegezelschappen bij de Mongolen, Handelsblad, 1834, Mei.
De inzameling der Paraguaythee, mannscr.
De haringvangst in Zuidelijk Rusland, in Vr. des V.
Cabrera, in Vr. des V.
L'empecinado, in Vr. des V.
De krijgsligting in Rusland, in Vr. des V.
Khuva, in Vr. des V.
Necrologien:
Necrologie van professor Haug, in Sp. 1836.
Necrologie van den Generaal La Tour, in manuscript.
Necrologie van den Generaal Tindal, in manuscript.
Necrologie van Cabrera.
Necrologie van van Speijk.
Recensien:
Van Kampen, Europeesch Rusland, in Vr. des V.
Van der Duin, Rijdkunst.
Van Wijk, Korseppa wederspannige paarden.
Kekmeijer, Kennis van den Ouderdom der huisdieren.
| |
| |
Bavink, De ervaren paardendoctor.
D'Aussan, Gedenkschriften, in Vr. des V.
De bajonnet vechtkunst, Handelsblad, 1833.
Rijneveld, Dekkers Strategie, Athenaeum, 1837.
Rijneveld, Omwenteling in Polen, Athenaeum, 1837.
Rijneveld, Oorlog op Celebes.
Merkes, Versterkingkunst, Athenaeum, 1837.
Dekker, Kleinen oorlog.
De Brack, Voorposten dienst.
Bevelschrift der Fransche legers te velde.
Nog in handschrift de recensien van:
De Brack.
La Rochetyman.
Bismarck, Ideen tacticq.
Tenneckers, Lehrbuch der Stellordnung.
Tenneckers, Vétérinair chirurgie.
Tenneckers, Civil und militär Pferdeartz.
Wetenschappelijke en krijgskundige:
Over de versterking van Parijs, in Vr. des V.
Over de wapenvervaardiging op Borneo, in Sp.
Geschiedenis van het schietgeweer.
Bijzonderheden betreffende het Chineesche krijgswezen, in V.d. Vad.
Beschouwing der groote krijgswerktuigen der ouden en hedendaagsche, in Ath.
Gebruik van ongemeen groot geschut en het eerste gebruik van holle projectilen in Zeegevechten, in Ath.
Beschrijving der verzameling van oude wapenrustingen, të Goodrichcourt, in Ath.
Gedachten over den braakloop, in Handelsblad 1832.
Nadere gedachten, in Handelsblad 1833.
De Stoom-ijsbreekers, Sp. p. 86, 1835.
De generaal Schepern, Sp. 1834.
Lofwaardige bepaling wegens de gekwetsten, in Sp.
De borstharnassen der ouden, in Sp.
De waarde en voordeelen der bajonnet vechtkunst, in Sp.
Over de vordering in ligchaamsoefening bij sommige legers, in Sp. 1838.
Mededeelingen over de vuurwapenen in Noord-Amerika, in Sp. 1833, pag. 302.
Over de slaggeweeren en vooral het geweer Robert, Han delsblad 1833.
Het infanteriegeweer in vroegeren en lateren tijd, in Sp. 1835, p. 45.
Over den terugstoot der vuurwapenen, in Sp. 1835, p. 222.
Het verbazend slaggeweer Heurseloup, in Sp. 1836, p. 85.
Onderzoek wegens de trefzekerheid der verschillende vuurwapenen, in Sp. 1838, p. 169.
| |
| |
Beschouwing der stelling der inf. op 2 of op 3. gelederen, in Sp. 1835. p, 81.
Beschouwing der ligte ruiterij in de verschillende werelddeelen, in Sp. 1840, p. 134.
Over de vorming der guannés en de vuurwapenen der kav., in Sp. 1837, p. 157.
Over het kruissen der Stangtengels, in Sp. 1836.
Nagelatene handschriften:
a. Aanteekeningen in met wit papier doorschoten werken.
Dept. Oorlog. Burger Bibliotheek der veterinär kunde Berl. 1823 4o.
Dept. Oorlog. Handboek der Paardenkennis 1811 2 d. 4o.
Dept. Oorlog. Handboek der Paardenkennis, 2 d., Gezondsheids en geneeskunde 1811 4o.
Dept. Oorlog. Paardenkennis, 4o. 2 d. uitgave meest wit papier.
Beknopte handleiding tot de paardenkennis, 4o. 1818.
Dept. v. Oorlog. Voorschriften van paarden geneesmidâalen, 4o.
Dept. v. Oorlog. Handleiding tot de paardenkennis, 4o. vol aanteekeningen 1817 carton.
Dept. v. Oorlog. Bekroonde prijsverhandeting over de reden van hel rerval der paardenteeld. fol. Ook in manuscript. fol.
Bis met onuitgegeven voorrede en refutatie van gedane aanmerkingen er op, fol.
Dept. v. Oorlog. Hoyer händwörterbuch der Kriegs wissenschaft, 1808 folio.
Dept. v. Oorlog. Prumpff algemeine literatur der Kriegs wissenschaften, Berl. 1824 3 Th. met register van de landen, en van de schrijvers, door v.d. N, bijgehouden. 4o.
Dept. v. Oorlog. Meijer, Handbuch der feuerwaffen techniek 1835, met vele aanteekeningen en doorschoten registers. 4o.
Dept. v. Oorlog. Reglement der kav., Grondbeg. van h. onderwijs, folio.
Reg. der Kav. School des ruiters ie paard, folio.
Reg. der Kav. Grondbeginselen van het onderwijs, 8 platen.
Reg. der Kav. School des ruiters, S platen.
Reg. der Kav. Eskadrons school, 8 platen.
Reg. der Kav. Manoeuvres, 8 platen.
Reg. der Kav. Op den inwendigen dienst,
Algemeen zamenstel der militaire pligten, Gron. 1803, 4o.
Grondbeginselen der krijgswetenschappen 1806, 4o.
Dep. van Oorl. Onderrigt in het gebruik van het zijdgeweer en andere wapenen, 1810 4o.
Onderrigt in het schiet- en zijdgeweer, 1828, 2 d. 4o.
Onderrigt in het schietgeweer, 4o. met vele aanteekeningen omtrent het schieten.
| |
| |
De bajonnet schermkunst 1832, 4o.
Karel XII en Napoleon, 2 d. 4o. en 1 d. atlas, platen, Penningen enz. op hem betrekkelijk, volgens Nordberg en anderen.
Onderrigt voor de ligle troepen 1813, 2d. 4o.
De Veteraan, 1737, vol, 4o.
Een folio deel met aanteekeningen, platen en teekeningen vermeerderd, inhoudende de Beschouwing der groote krygswerktuigen der ouden en hedendaagsche krijgswerktuigen.
Gebruik van ongemeen groot geschut en het eerste gebruik van holle projectilen in zeegevechten. Beschrijving der verzameling van oude wapenrustingen te Goodrichcourt, oorspronkelijk voor het Athenaeum bewerkt 1834.
De vervaardiginq der wapenen in Indië, en vooral op Borneo, met vele teekeningen en bijvoegsels vermeerderd, oorspronkelijk in den Spectator 1846 geplaatst, folio.
6 Ingezonden memorien, Uitgebreide memorie en bijlagen. ingezonden na het gehouden examen over de onderofficieren in 1820.
Memorie en stukken betreffende de militaire school te Delft; voorstellen tot verbetering, studie, plan, aandeel van den generaal v.d.N., folio.
Memorte, over eene op te rigten kavalleryschool, fol. Men heeft de beste brokken uit deze memorie als het ware gestolen, zonder den schrijver de eer toe te kennen.
Memorien over de tegenwoordige hrijgsmagt en de weerbaarmaking der geheele natie.
Memorien over eenen landstorm te paard.
Memorien over het maken van hutten.
Memorien over de kleeding, de wapening en het zadeltuig.
Memorien over de hulpmiddelen tot militaire vorming.
Beoordeeling van een project reglement van velddienst.
Memorie over de Oostersche en Indische wapenverwaardiging, vooral de klingen en hunne damassering betreffende, met vele teekeningen, folio. De brochure van de wapens op Borneo is er slechts een fragment van. Dit opstel is gereed voor den druk, en het resultaat der nasporingen van v d.N. geheele leven.
Memorien en rapporten, wegens het in Luxemburg en ten behoeve van deszelfs paardenteeld verrigte.
Reizen naar Frankrijk, aankoop van hengsten, daarstellen der stetoerij, dekken van militaire merry's en veulende pot, folio.
Uitgebreide memorien, over de Amelandsche, Vriessche, Javasche paarden, en binnenlandsche nemontering. De paardeuteeld in Nederland, en middelen tot derzelver verbetering, folio.
| |
| |
Memorièn over het belangrijkste der kavallerij betreffende paarden, remontering, fourages, zadels, beslag, fol.
Prijsvragen voor het Utrechtsch Genootschap, beoordeeling van verhandelingen, en memorien over fourages, paardenteeld, veeartsenijkunde en daarmede in verband zijnde onderwerpen,
Memorie over den militairen veeartsenijkundigen dienst.
Drie memorien over de soorten van Kav. Het hoofbeslag en de zadels.
Nog zijn in bezit van den zoon Brieven door zijn vader aan zijne moeder geschreven, sinds zijne inscheping op de reede van Texel tot 1845. Het jaar 1811 en 12 zijn vooral zeer belangrijk. Vrij volledig zijn de brieven van 1797 tot 1804 en van 1810 tot 1821.
Aanteekeningen wegens den aankoop van 101 paarden in Luxemburg.
Korrespondentie van den 2en kolonel v. de N. wegens dienstzaken, folio 1815-1319.
Officiëele correspondentie over de inspectie der stoeterij in Luxemburg 1821-22, zeer interessant 4o.
Rekening van 100 remontpaarden in Luxemburg gekocht, D. van Oorlog.
Declaratie der kosten van den koop der hengsten in Frankrijk.
Korrespondentie betrekkelijk den koop der hengsten.
Korrespondentie betreffende de remonte en stoeterij. in 1823.
Een folio boek waarin zeer belangrijke brieven van v.d.N.
Een dito.
Een aanslag, waarin zich bevinden de stukken van do orde van de Unie, en veie ontvangene brieven.
Een aanslag, waarin zich bevinden de familie, papieren en de biographien.
Een dito met hiertoe behoorende bijlagen en certificaten.
Een kleine rood marokijnen agenda, met familie aanteekeningen.
Gedenkspreuken uit onderscheidene schrijvers, 8o.
Aanteekeningen in 1797, gedurende de inscheping 12o. verzen en spreuken.
Gedachten op de reede van Texel 12o.
Itinéraire de la marche de Franche en Pologne, in 1812 12o. van Arras, over Brussel, Maastricht, Roermonde. Wesel op Hamburg, en over Berlin en Thorn tot in de kantonnementen aan den Weichzel tot zijne aankomst te Witepsk als krijgsgevangene.
Gedenkschriften over den veldtogt in Rusland, 3 d. 8o. zijnde het net van bovengemelde memorien.
Journal d'un voyage en Russie, in 1813, 12o.
Statistique et notes sur la Russie 12o.
Fragmenten uit den geest des tijas, 8o.
Veldtogt in Rusland, van de Russische zijde, 8o.
| |
| |
Zakboekje van den Russ. veldtogt, 12o.
Dit heett hij behouden, toen hij door de Beresina zwom.
Aanteekeningen en journal van mijne terugreis, van Czarnayar naar Holland, 4o vel.
Eene portefeuille met teekeningen, in Rusland gemaakt en hare verklaring.
Beschrijving van mijne kwetsing bij Jemeppes, en het leven van Geusendam.
Mengelwerk betrekkelijk v.d.N., 4o, band.
Letterkundige arbeid.
Boek met pennekunst, 4o.
De fabelen van Esopus, met platen.
Register op Jonstons natuurlijke historie, kunstig geschreven, met gouden kapitale letters, fol. heele band verguld.
De gedichten van Ossian vertaald, met fraai geteekende platen en kaarten, 3 d. 4o
Duitsche gedachten en van Ossian. 4o.
Romaneske tafereelen der voorwereld, uit het Duitsch vert. 4o.
Verzameling van ondheden uit onderscheidene schrijvers, 12o.
Inleiding tot de geographie, met kaarten 1788.
Over de Cholera, fol.
Beschrijving over de école de medicine te Parijs en de vétérinaire school te Alfort, 12o.
Drie stuks Agenda's over zijne laatste reizen, 12o.
Engeland, Souvenir van onze reis in 1837 en vermelding van het belangrijkste over dit land, 4o.
Klein zakboekje met aanteekeningen uit Londen.
Drie interessante adversaria 4o
Repertorium, 4o.
Exquisses et partraits.
Belangrijke uittreksels en mengelwerk, over land- wis- en natuurkunde, 4o.
Geschiedenis:
Het Gevecht bij Punitz in Krasnoë, fol. met pl. en portr.
Karel XII, folio, pl. en teeken. Hoogst interessante documenten over Karel, de vrucht der nasporingen van v.d. Nettens geheele leven.
Bijdragen tot de geschiedenis van Karel XII, 4o.
Karel XII, Veldtogten, 4o.
Karel XII en Napoleon, 4o.
Napoleon, 4o.
Napoleon beoordeeld, 4o.
Beoordeeling van den Russischen veldtogt, 4o.
De Russische veldtogt, 4o.
Russische veldtogt, bijzonderheden, 4o.
Napoleons karaktertrekken, 4o.
| |
| |
Aanteekeningen betreffende het Russische rijk:
Over den veldtogt van 1812, over Keizer Napoleon en de meeste zijner beroemdste tijdgenooten. Vele biographische bijzonderheden, waarvan eenige persoonlijk door van der Net ten gezien, zijn dik 4o. marokijn.
Synchronistisch overzigt van den Russischen veldtogt, plano, Dep. van oorlog.
De veldtogt van 1812 geschetst en kritisch beoordeeld, fol. onuitgegeven, het werk van d'Ausson tot basis nemende.
De veldtogt van 1812, 2 d. in 1 mar. fol. band, bestemd tot vervolg van het werk Karel XII en Napoleon.
Mededeelingen en episodes uit den Russischen veldtogt, fol. mar. Zeer interessante, ook persoonlijke beschrijvingen, zooals b.v. De nacht na de bataille van Borodino.
De Pruissische kavallery onder Frederik II, vooral in den slag bij Zorndorff. Episodes uit de laatste oorlogen, 2 d. in fol. mar. band.
Oorspronkelijke gedenkschriften betrekkelijk het beleg der citadel en de gebeurtenissen op de Schelde in 1832, uit oorspronkelijke echte bronnen en vertrouwde mededeelingen, fol. cart. pl.
Eenige stukken betrekkelijk het beleg der citadel in 1832, folio, en eenige losse bladen over de citadel in 4o. Ten besluit van den veteraan bestemd. In portef. met bruinen rug.
Het beleg der citadel van Antwerpen uit oorspronkelijke mededeelingen beschreven. De expeditie naar den Doel, door deszelfs bevelhebber Boelen, folio.
Synchronistisch overzigt van den tiendaagschen veldtogt, folio, Dep. van Oorlog.
Oorlog met België. Officiële rapporten, mondelinge mededeelingen, memoriën en bijzouderheden, door van der Netten verzameld, folio.
Oorlog met België van het stuiten der vijandelijkheden in 1830 tot het beleg der citadel, inhoudende vooral den tiendaagschen veldtogt. Bestemd tot het 3de deel van den veteraan, folio in portefeuille.
Hoofdgebeurtenissen van de omwenteling in België, en weinig bekende bijzonderheden, getrokken uit bijzondere mededeelingen. Gedachten over de Hollandsche armée en militaire gedachten, 4o. mar.
Rijdkunst en paardenkennis:
Von Quast, Dasz Reitpferd, vertaald, 4o. met platen.
Geschiedenis der Rijdkunst, fol. cart.
Rijdkunst, 4o. cart.
Taktiek en Rijdkunst, 4o. cart.
De Rijd- en afrigtingskunst, folio.
De militaire rijd- en afrigtingskunst, folio.
Physiologie en pathologie, 4o. cart. Dep. van Oorl.
| |
| |
Paardenkennis, folio, Dep. van Oorlog.
Paardenartsenijkunde, 4o. cart. Dep. van Oorlog,
Gedachten en aanteekeningen over de Cholera, bevruchting van het veulen, 4o. cart. Dep. van Oorlog.
Over de paardenkennis, folio.
Krijgskundige:
Militaire literatuur-catalogus, met clavier index, 4o.
Taktiek, getoetst aan die der ouden, aan Folard en Saxe, (het 1ste militaire werk van van der Netten) 4o. carton. Zijn zoon bezit nog 1 exempl. in folio.
Over de taktiek, folio.
Ideën over de topographie, instructie, bewaring der gezondheid, desertie, krijgsgebruiken des oorlogs, vorming van geest, 4o. cart.
Militaire hygiene, 4o. (gezondheidsleer).
Herkenningen, met teekeningen door een élève der militaire school, 4o.
Ideën voor de kavallerij, 4o, cart.
Détails et équitation de la cavallerie, 2 d. 4o. fraai geteekend, in étui.
Plan tot het oprigten eener nationale armée. 4o.
Militaire gedachten, 4o.
Exercitievoorschriften door den Generaal Dury, 4o.
Fraai geteekende platen voor de manoeuvres der kav. lang 8o.
Vragen over het geheele kavallerie-reglement, 2 d. 8o.
Wapenkunde, tabellen, fraai geteekende wapens, 4o.
Krijgskunst, krijgsdienst, anecdotes, biographische schetsen, 4o. cart.
Twee agenda's met interessante aanteekeningen en mengelwerk, behelzende interessante stukken, over leger, techniek en taktiek, en voorspellingen uit den geest des tijds afgeleid, en in 1848 bewaarheid, 12o.
Het gevecht bij Eckmuhl, krijgskundige mengelingen, gedachten over wapening en vechtwijzen, groot 4o.
Voorbeelden van verrigtingen in den kleinen oorlog, en episodes uit de laatste oorlogen. Krijgsleeringen van St. Ceyr en Wey, gedachten over militaire onderwerpen, gr. 4o.
Krijgskundig en krijgsgeschiedkundig mengelwerk, gr. 4o.
Adversaria, wapenkunde, inf., kav., art., genie en marine 4o.
Aanmerkingen op het kavallerie-reglement en militaire gedachten, 4o.
Militaire denkbeelden en memoriën, vooral over de kavallerie in haren geheelen omvang, 2 d. fol.
4 Stuks zakboekjes, waarin te Londen en elders, de interessantste oude of zeldzame Oostersche wapenen afgeteekend zijn.
Belangrijke beschrijving der nieuwste slaggeweeren, en van
| |
| |
die hunne lading van achteren ontvangen, projectiles, patroonvervaardiging, proeven enz. met vele teeken., fol.
Over de Oostersche en Indische wapenvervaardiging, voornamelijk de klingen en derzelver damascering betreffende, met vele teekeningen en de beschrijving der zeldzame stukken, in eenige niet meer bestaande kabinetten, fol. De brochure van de wapenvervaardiging op Borneo is een fragment uit dit werk.
Aldus eene opgave van de door den generaal van der Netten nagelatene geschriften geleverd hebbende, schiet ons alleen over de verwondering te betuigen, hoe hij in staat was, zoo vele werkzaamheden te volbrengen.
Zijn arbeid werd vermeerderd, door het gemis van eenige hulp in het schrijven, daar hem niet eens een korporaal of fourier toegevoegd was om het copijwerk te verrigten; zoodat alle correspondentien en memorien, nog in bezit van zijn zoon, waarvan de nette afschriften naar de ministerien gezonden zijn, meestal van eenen vertrouwelijken inhoud zijnde, twee en meermalen, door hem geschreven moesten worden.
Zoo heeft hij ook de geheele administratie, over zulk een belangrijk établissement, als dat te Delft was, (de veeartsenijkundige behandeling, het bereiden der medicijnen, hunne verantwoording en de fourage) alleen en ook weder in het dubbeld gevoerd.
Voeg hierbij den tijd, die zijne reizen roofden, het inhalen bij de terugkomst van het zich opgehoopt hebbende werk, de groote materiële en geldelijke verantwoordelijkheid. Op hem rustte niet alleen de verpligting het personeel en de paarden te surveilleren, waarbij later het aan de paardenmarkt gestalde veulen-depôt gevoegd werd, maar de kavallerij in haren geheele omvang, het opstellen der leercursussen In het bezit eener ongekrenkte gezondheid, waren weinige uren nachtrust hem voldoende, en het stalen geheugen verrigtte de werkzaamheden, tot welke, minder begaafden, zich niet in staat gevoeld zouden hebben. Zijne kennis was zoo ongemeen, dat, hoe ongelooflijk zulks ook schijnen moge, men nimmer in staat was eene vraag te doen, zonder dadelijk eene volkomen antwoord te bekomen. Na jaren herwaarts, konde hij in een gelezen boek, het verlangde dadelijk opslaan, hetgeen zijn werk zeer verligtte.
Door zijne vrienden ten grave begeleid, sprak de majoor van Meurs, die waarlijk, den ouden, buiten alle betrekking gestelden man, niet uit belangzucht behoefde te vleijen, de volgende grafrede uit:
Mijne Heeren. Voor en aleer wij deze plaats verlaten, alwaar eene droevige plegtigheid ons vereenigt heeft; voor en aleer zich dit graf voor altijd sluit, over het stoffelijk overblijfsel van een man, die wij allen vereerden en hoogachtten, zij het mij
| |
| |
vergund eenige woorden tot u te rigten, die thans met mij van dezelfde gevoelens doordrongen zijt. Wat ons hier vereenigd, is immers een gevoel van erkentelijkheid, van achting, die wij hem toedroegen, die eenmaal ook onze leeraar was. Hij leefde in eenen tijd, rijk aan gewigtige gebeurtenissen: een meer dan 20 jarigen oorlog, waarin een groot gedeelte van Europa, en ook ons vaderland gewikkeld is geweest, was voor hem een ruime bron van kennis en van ondervinding. Steeds getrouw aan de beginselen zijner jeugd, die op ware deugd en stille godsvrucht, zonder eenigen praal waren gegrond, vergaderde de generaal Geisweit van der Netten, een rijken schat van kunde en wetenschappelijke kennis. Daarbij paarde hij eene groote krijgsmans deugd, te weten koelbloedigheid en bedaarden moed in de oogenblikken van gevaar.
De kennis en de ondervinding, door hem in dat groote tijdvak van militairen roem opgedaan, ging niet, even als bij zoo vele anderen, verloren. Neen! dit zaad was gevallen op eenen vruchtbaren akker, want, na het eindigen van den oorlog, wist hij het nuttig aan te wenden, tot vorming van zoo velen onzer, die aan zijne wetenschappelijke leiding werden toevertrouwd. De vele vruchten van zijnen arbeidzamen geest zijn zoo vele getuigen van het eenige doel, dat hij, tot zelfs nog in de laatste oogenblikken zijns levens bejaagde, nuttig en steeds werkzaam te zijn tot verbetering van het bestaande. Daartoe heeft hij voortdurend zijne krachten aangewend, en ook daardoor heeft hij menigen wrok en onaangename wederwaardigheden, van sommige zijner tijdgenooten en wapenbroeders moeten ondervinden, die, met naijverige blikken, zijne meerdere kennis en werkzamen geest aanstaarden, zonder deze te kunnen evenaren, ze door aanhoudende tegenwerking trachtten te onderdrukken. Maar ook daarentegen oogstte hij in de achting en liefde zijner leerlingen, en mogt het genoegen smaken, van er onder te tellen, die nimmer zijne lessen vergeten hebben, maar in hun volgend leven, zijne voetstappen drukkende, hem bewezen, hoe ze met vrucht tot hetzelfde doel, streving naar volmaking, ze hebben weten toe te passen.
Thans, mijne Heeren, moeten wij hopen, dat hij ontvangt de eenige ware belooning die den mensch mag verblijden, die getrouw aan zijne bestemming, nuttig zijnen tijd besteed heeft, en zoo aan het doel, van zijn tijdelijk aanzijn hier op aarde heeft beantwoord. Hij was een braaf mensch, een braaf soldaat, een nuttig lid der maatschappij, een liefderijk echtgenoot en vader. Ook God verhoorde zijnen wensch, en schonk hem na een kortstondig lijden eenen rasschen dood.
Wij brengen hem hier ons laatst vaarwel en dat zijne asch ruste in vrede.
Ik heb gezegd. 31 Mei 1847.
| |
| |
Zijn portret is naar de teekening van H. Lips 1810, gelithogr. door H.J. Backer, 8.
Partic. mededeel. Handel. der Jaarl. verg. der Maats. van Nederl letterk. 1847, bl. 43. Volgg. Bijblad tot de Zondags Editie, gevoegd bij het Algemeen Handelsblad van 7 Junij 1847, Bosscha, Nederl. Held. te land D. III. bl. 390; Muller. Cat. v. portr.
|
|