werkte hij ook onderwerpen uit de geschiedenis en fabelkunde. Hooge prijzen werden voor zijn stukken betaald. Op de verkooping van van der Linden van Slingeland, in 1785, gold een prachtig slaapsalet, waarin eene bevallige jonge dame in wit satijn gekleed, de handen wascht in een zilveren schotel, die een page haar voordient, terwijl hij met de andere hand wijn uit een dito lampet schenkt, en voorts nog drie andere figuren, f 2,450. Later werd deze schilderij, op de verkooping van Cremer, voor f 2,500 verkocht.
Een zijner meesterstukken, bij Immerzeel omschreven, gold op de veiling van den baron Goll f 1,920. Twee binnenkamers werden op de verkooping van Braamcamp voor f 550 en f 560 verkocht. In het Amsterdamsch Museum is van zijne hand een verbeelding der Historie van Tobias, reizende met een engel en door dezen gewezen wordende op een visch, welke uit de rivier opkomt. Tot zijne leerlingen behoorde de ridder Adriaan van der Werff. Van der Neer trad driemaal in den echt, te Rotterdam met Maria Wagensvelt, 2 in Brabant met de miniatuurschilderes Du Chattel 3 met Adriana Spilberg, dochter van den schilder Joannes Spilberg, weduwe van den schilder Willem Breekveld, 5 Dec. 1650 geboren. In zijne twee eerste huwelijken had hij niet minder dan 25 kinderen, van welke slechts 2 of 3 de kunst beofenden. Zijn portret, door hem zelven geschilderd wordt gevonden in de galerij te Florence, een ander met zijn vrouw ook door hem geschilderd, was in de beroemde collectie van W. Lonman te 's Hage. In de laatste jaren van zijn leven was hij kabinetschilder van den keurvorst van den Paltz. Hij overleed te Dusseldorp 3 Mei 1708.
Zie Houbraken, Schouwb. D. III bl. 45, 172, enz., Wagenaar, Amst. D. XI bl. 424, 425; Immerseel t.a.p. Kramm t.a.p., Biogr. Univ. Cobus en de Rivecourt.