Zijne afbeelding is door den kunstschilder C.H. Hodgy voor ons bewaard, waarvan een copy berust onder den heer Bodel Nijenhuis.
Gedurende 1800-1803 verrijkte hij onze letterkunde met eenige stukken van zijne hand, ‘in welke die natuurlijke welsprekendheid heerscht, welke, uit het hart opgeweld, voedsel vindt in het gevoel en door verontwaardiging aangevuurd, geen woorden zoekt maar vindt, geen beelden najaagt maar waarheid verkondigt’ zoo als:
Request aan den Raad der Azialische Bezittingen, om bespoediging van het onderzoek der verrigtingen van de Commissie.
Extract uit de Aansprake door Mr. S.C.N. op den 13 van Bloeimaand 1800 in de vergadering van gemelden Raad gedaan
Missive van Mr. S.C.N. aan voornoemden Raad in dato 19 van Wijnmaand 1802, houdende de van hem gevorderde elucidatien.
Voorts gaf hij in het licht:
Advertentie aan zijne Landgenooten betrekk. onderscheiden gedrukte stukken in de jaren 1799, 1800 en 1801 uitgegeven op naam van D. van Hogendorp (Amst. 1 Mei 1802, 's Hage, 1802, 8o.
Echte stukken betreffende het volbragt onderzoek der verrichtingen van de Generale Commissie in 1791 benoemd geweest over de O.I. bezittingen van den Staat en de Kaap de Goede Hoop, 's Hage, 1803, 8o.
Verhandeling over de vragen: of het nuttig zijn zoude de O.I. Bezittingen van den Staat te brengen op den voet der W.I. Volksplantingen? en of en in hoeverre het voordeeliger voor dit Gemeenebest zijn zoude den Handel op voormelde Bezittingen door eene uitsluitende Compagnie te drijven, dan wel, die voor allen 's lands ingezetenen open te stellen, enz. 's Hage, 1803, 8o.
Zijn schoonzoon Mr. J.P. de Fremery liet door zijnen zoon James de Fremery Jr. een Inventaris op de Handschriften van Mr. J.S. Nederburgh maken, geplaatst in Hand. der Maats. van Ned. Letterk, voor 1864, bl. 143 volgg.
Zie Aanh. op het Woord. van Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt, Cat. der Maats. van Ned. Lett. D. II. bl. 172.