[Michiel Natalis]
NATALIS (Michiel), zoon des vorige, in 1609 te Luik geboren, was een der voornaamste graveurs van zijn tijd. Reeds op elfjarigen leeftijd sneed hij, onder leiding van zijn vader, eene St. Magdalena, St. Theresia en St. Franciscus, die door kunstkenners werden geprezen. Welhaast evenaarde, ja overtrof hij de meesters, die hij zich ten voorbeeld had gesteld, Om zich verder te volmaken, reisde hij naar Parijs, waar hij een groot aantal portretten sneed. Van daar ging hij naar Rome, waar hij den beroemden J. Sandrart vond en door hem vriendschappelijk werd ontvangen. Deze beval hem prins Justiniani aan, die hem eenige antieke standbeelden in prent liet brengen. Hij slaagde hierin zoo gelukkig, dat deze vorst op het denkbeeld kwam, eene verzameling der fraaiste standbeelden in de galerij van zijn paleis te Rome aanwezig, in prent te brengen. Hij droeg dien arbeid op aan J. Sandrart, C. Bloemaart, Theod. Mathan, H. van Persijn en Natalis, doch het werk van dezen laatsten onderscheidde zich zóó, dat hij, volgens getuigenis van Sandrart zelven, van toen af een der bekwaamste graveurs zijner eeuw geacht werd. Behalve deze prenten bragt Natalis een aantal schilderijen van beroemde meesters - Raphaël, Cezar Bossanus, Titiaan, Le Poussin, Pietro de Cortone, Andreas Sacij, Georgio di Crasso, Romanelli en anderen - in prent. In zijn vaderland teruggekeerd, zette hij zich eerst te Antwerpen, en vervolgens (1642) na een afwezigheid van elf jaar, te Luik neder. Hier vervaardigde hij een aantal prenten naar de fraaije
werken van A. van Diepenbeek, Mignard, Bourdon, Rubens, B. Flemalle, G. Douffet, W. Damery, welke zijne roem meer en meer zoo in als buiten zijn vaderland bevestigden. Vooral onderscheidde zich de plaat in B. Fisen's Hist. Leod.; eene Heilige Famitie naar Raphael; het uitzenden der Apostelen; een St. Bruno, te midden der Heiligen van zijn orde naar Bertholet Flemalle, de Buste van St. Lambert enz. Bij de verheffing van Leopold tot keizer werd hij naar Frankfort geroepen, om diens portret te vervaardigen. Dit gelukte hem zóó, dat hij, behalve eene