[Joachim Frederik Muller]
MULLER (Joachim Frederik), geboren te Amsterdam 19 Dec. 1791, werd in 1804 als kadet op de militaire school te Zutphen geplaatst en in 1803 bevorderd tot 2e luitenant. In 1809 maakte hij den veldtogt in Zeeland tegen de Engelschen mede. Ook dien van Rusland in 1812, in Saksen in 1813, toen hij 2e kapitein was, en benoemd werd tot ridder van het legioen van eer. Na de omwenteling van 1813 werd hij als 1e luitenant ingedeeld bij de rijdende artillerie en in 1830 tot majoor bij de veldartillerie bevorderd. Hij was toen te Bergen in Henegouwen en door de Belgen gevangen genomen, en werd eerst in 1831 uit die krijgsgevangenschap ontslagen. Hij werd daarna kommandant der artillerie in de Willemstad, en overleed te 's Gravenhage 17 Junij 1832. Het vaderland verloor in hem een ijverig dienaar, en het wapen der artillerie een kundig en verdienstvol officier.
Zie Ned. Spectator, D. I. bl. 16.