dienst trad. Na den vrede vestigde hij zich in Berlijn, legde zich met vernieuwde krachten op de muziek toe, en gaf onderwijs op de piano en in den zang, in welke hij voortreffelijke leerlingen vormden. Nu en dan leverde hij der muziekale wereld verscheiden compositien, en gedurende vele jaren de muziekale pers eene menigte van zijne werken van allen aard. Deze zijn in alle rijken van Europa met den meesten bijval bekroond. De voormalige koning van Frankrijk, Karel X, beschonk hem met eene groote gouden medaille, eene dergelijke als Lodewijk XVIII aan van Beethoven schonk. Eene gelijke onderscheiding bewezen hem de koningen van Denemarken, Beijeren en Griekenland. De keizer van Rusland schonk hem eenen diamanten ring van groote waarde, en de keizer van Brazilië benoemde hem tot ridder der orde van de Roos, en te gelijk tot kapelmeester en hof-componist, welke betrekking hij echter niet aannam, daar hem eene gelijke betrekking te Berlijn werd aangeboden. In het jaar 1830 gaf Muller menigvuldige blijken van zijne vaderlandsliefde, door van zijne muziekale werken over te zenden, ten einde die ten voordeele van het vaderland te verkoopen, hetwelk aanzienlijke sommen opbragt. Aan het collegie Zeemanshoop zond hij den diamanten ring, van den Russischen keizer ontvangen, ten einde de opbrengst te doen strekken ten voordeele van het fonds tot oprigting van een gedenkteeken voor J.C.J. van Speyk, en aan vele steden in ons vaderland, en in het bijzonder aan zijne geboortestad Nijmegen, schonk hij onderscheiden van zijne muziekale werken, als een blijk van gehechtheid aan zijn vaderland en zijne vaderstad.
Zie Gregoir, l.c.